Wat als therapie niet werkt?

Therapie werkt namelijk niet altijd. Hoewel de meeste mensen er baat bij hebben, geldt dat niet voor iedereen. Zelfs degenen die verbetering ervaren, blijven vaak worstelen met moeilijke symptomen. Zo blijkt uit een grootschalig en rigoureus klinisch onderzoek dat 60 procent van de deelnemers nog steeds aan de criteria voor depressie voldeed na de behandelperiode.

Bovendien kunnen sommige mensen zelfs schade ondervinden door therapie. Soms komt dit voort uit onethisch gedrag van therapeuten. Maar ook goedbedoelende therapeuten kunnen per ongeluk de verkeerde behandeling aanbieden of een cruciale diagnose missen.

De wisselende effectiviteit van therapie geldt ook voor de zogenaamde “evidence-based behandelingen”, zoals cognitieve gedragstherapie (CGT). Het feit dat een bepaalde therapievorm effectief is gebleken in meerdere onderzoeken, betekent niet automatisch dat het iedereen zal helpen.

Gemiddelden

Klinisch onderzoek is gebaseerd op gemiddelden van vele deelnemers. Wanneer psychotherapie, zoals CGT, betere resultaten oplevert dan een controlegroep (bijvoorbeeld een placebo of een wachtlijst), betekent dit simpelweg dat de gemiddelde deelnemer in de CGT-groep meer verbetering liet zien dan de gemiddelde score in de controlegroep.

Sommige mensen in de behandelpopulatie zullen het altijd beter doen dan het gemiddelde, terwijl anderen juist slechter zullen presteren. Hetzelfde geldt voor de vergelijkingsgroep. En sommige individuen in de behandelpopulatie kunnen zelfs slechter presteren dan degenen in de controlegroep. Met andere woorden, zij hadden mogelijk baat gehad bij een andere behandeling of zelfs geen behandeling.

Schuldig voelen

Als je therapie hebt gehad en het niet als nuttig hebt ervaren, hoef je je niet slecht te voelen. Het betekent niet dat jij iets verkeerd hebt gedaan of dat het jouw schuld is. Er zijn veel redenen waarom therapie ineffectief kan zijn en die niet op jouw conto te schrijven zijn. Deze kunnen onder andere zijn:

Een onderliggende medische aandoening. Fysieke en mentale gezondheid zijn nauw met elkaar verbonden. Veel medische aandoeningen kunnen psychologische problemen veroorzaken. Zo zijn bijvoorbeeld infecties van de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt, in verband gebracht met uiteenlopende neuropsychiatrische aandoeningen zoals angst en depressie.

De verkeerde behandeling. Niet elke vorm van therapie is geschikt voor elke aandoening. Bijvoorbeeld, een specifieke behandeling genaamd exposure en responspreventie blijkt doorgaans effectiever te zijn bij de behandeling van obsessieve-compulsieve stoornis in vergelijking met meer algemene praattherapiebenaderingen.

Foutieve diagnose. Soms wordt de verkeerde therapie aangeboden omdat de therapeut niet doorheeft dat de cliënt een bepaalde aandoening heeft. Zo kan iemand bijvoorbeeld worden behandeld voor angst zonder dat bijvoorbeeld ADHD of autisme is vastgesteld, waardoor het voor die persoon moeilijk is om de therapie vol te houden.

Ongepaste timing. Misschien zou therapie wel gewerkt hebben als de levenssituatie van de persoon anders was geweest. Therapie vergt tijd, energie en uiteraard ook geld, en het is niet altijd het juiste moment voor behandeling. Mensen die werkloos zijn, profiteren bijvoorbeeld minder van de behandeling voor depressie. Overweldigende deadlines, familiecrises of andere conflicten kunnen in de weg staan.

Slechte match met de therapeut. Een van de meest consistente voorspellers van het resultaat van therapie is de kwaliteit van de “therapeutische alliantie” – met andere woorden, hoe goed jij en je therapeut samenwerken. Als jullie om welke reden dan ook niet op dezelfde golflengte zitten, kan dit leiden tot een minder effectief verloop van de therapie.

Onrealistische verwachtingen. Het is niet ongebruikelijk dat iemand in therapie, of diens naasten, verwachten dat therapie meer kan bereiken dan daadwerkelijk mogelijk is. Zo kan een partner denken dat behandeling de woede-uitbarstingen van hun partner volledig kan laten verdwijnen, of ouders verwachten dat therapie hun kind voorgoed kan behoeden voor eetbuien en braken. Maar mensen zijn van nature feilbaar, en zelfs de beste therapie kan iemands strijd niet volledig wegnemen.

Wat te doen als therapie niet heeft geholpen? Een van de nadelen van ineffectieve therapie is dat het iemand het gevoel kan geven dat niets meer zal helpen. Echter, een nieuwe behandeling kan wel effectief zijn wanneer een eerdere behandeling dat niet was. Bijvoorbeeld, het vinden van een therapeut waarmee je een betere relatie hebt of een therapeut die gespecialiseerd is in de behandeling van jouw specifieke aandoening kan leiden tot een beter resultaat.

Als je klaar bent om het opnieuw te proberen, zijn er verschillende opties mogelijk.
Een nieuwe therapeut met wie je een betere relatie hebt. Een andere therapiebenadering (bijvoorbeeld psychodynamische therapie in plaats van CGT). Psychiatrische medicatie. Een acceptatiegerichte benadering die zich richt op het volledig leven, zelfs met symptomen. Aanpassingen in de levensstijl (bijvoorbeeld verminderde werkuren, regelmatige lichaamsbeweging, verbeterde voeding).

Buckman, J. E., Saunders, R., Stott, J., Cohen, Z. D., Arundell, L. L., Eley, T. C., … & Pilling, S. (2022). Socioeconomic indicators of treatment prognosis for adults with depression: A systematic review and individual patient data meta-analysis. JAMA Psychiatry, 79, 406-416.

Cameron, S. K., Rodgers, J., & Dagnan, D. (2018). The relationship between the therapeutic alliance and clinical outcomes in cognitive behaviour therapy for adults with depression: A meta‐analytic review. Clinical Psychology & Psychotherapy25, 446-456.

DeRubeis, R. J., Hollon, S. D., Amsterdam, J. D., Shelton, R. C., Young, P. R., Salomon, R. M., … & Gallop, R. (2005). Cognitive therapy vs medications in the treatment of moderate to severe depression. Archives of General Psychiatry62, 409-416.

Ferrando, C., & Selai, C. (2021). A systematic review and meta-analysis on the effectiveness of exposure and response prevention therapy in the treatment of obsessive-compulsive disorder. Journal of Obsessive-Compulsive and Related Disorders31, 100684.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.