ADHD is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die niet alleen invloed heeft op concentratie en impulsiviteit, maar ook op hoe iemand functioneert in het dagelijks leven. Denk aan moeite met op tijd komen, het afmaken van taken of omgaan met prikkels. Medicatie – meestal stimulantia zoals methylfenidaat – is vaak de eerste keus in de behandeling, vooral bij kinderen met ernstige klachten. Toch is het lang niet altijd voldoende. En sommige ouders of jongeren willen liever geen medicatie gebruiken.
Daarom is er steeds meer aandacht voor non-farmacologische behandelingen: aanpakken die géén medicijnen gebruiken. Denk aan oudertraining, cognitieve gedragstherapie (CGT), aanpassingen op school of het werken aan gezonde gewoontes. Die vormen samen een ‘multimodale behandeling’, waarin verschillende puzzelstukjes bijdragen aan beter functioneren.
Belangrijk om te weten: de meeste van deze aanpakken hebben alleen een (klein tot matig) effect als je ze goed inzet, afgestemd op de persoon. Het is dus geen kwestie van “je moet gewoon meer bewegen” of “mindfulness lost het wel op”. Maar een zorgvuldig gekozen mix van behandelingen, afgestemd op het kind of de jongere, kan écht helpen – en soms zelfs net zo veel als medicatie.
Waarom oudertraining de basis is
Bij jonge kinderen met ADHD zit de echte sleutel vaak bij de ouders. Niet omdat ze iets fout doen, maar omdat zij de enigen zijn die continu aanwezig zijn in het leven van hun kind. Oudertraining is dan ook de non-farmacologische interventie met de meeste wetenschappelijke onderbouwing.
In zo’n training leer je als ouder:
- Hoe ADHD werkt in het brein en gedrag van je kind.
- Hoe je structuur en voorspelbaarheid kunt aanbrengen.
- Hoe je positief gedrag kunt belonen en probleemgedrag op een andere manier kunt aanpakken.
In Denemarken wordt bijvoorbeeld gewerkt met programma’s als ‘De Utrolige År’ (De Geweldige Jaren). Bij jonge kinderen wordt oudertraining meestal als eerste stap ingezet – vaak vóórdat er over medicatie wordt nagedacht. Bij oudere kinderen is het vooral een waardevolle aanvulling op andere behandelvormen.
De effecten? Die zijn bescheiden, maar wél aantoonbaar: minder probleemgedrag, minder stress bij ouders en betere ouder-kindinteractie. En laten we eerlijk zijn: zelfs een kleine verbetering in de thuissituatie kan al een wereld van verschil maken.
Wat kun je zelf doen? Van structuur tot schermtijd
Een simpele kapstok die je als ouder of jongere helpt nadenken over dagelijkse gewoontes die ADHD-symptomen kunnen beïnvloeden:
- Structuur: Kinderen (en volwassenen) met ADHD floreren bij voorspelbaarheid. Een vaste ochtendroutine, een planner op de muur, duidelijke regels: het klinkt saai, maar het werkt.
- Slaap: Te weinig of onrustige slaap verergert concentratieproblemen. Denk aan vaste bedtijden, schermvrij voor het slapengaan en een rustgevend bedritueel.
- Sport: Regelmatige beweging – liefst dagelijks – helpt bij zelfregulatie en stemming. Dat hoeft geen voetbalclub te zijn: trampoline springen of fietsen kan ook.
- Schermtijd: ADHD en overmatig schermgebruik gaan vaak hand in hand. Minder schermtijd, vooral ‘s avonds, helpt niet alleen bij slaap, maar ook bij prikkelverwerking.
- (Gezonde) voeding: Sommige kinderen zijn gevoeliger voor suikers, kleurstoffen of bepaalde voedingsmiddelen. Dat geldt lang niet voor iedereen, maar het is de moeite waard om te kijken of voeding invloed heeft op het gedrag.
Slimmer omgaan met je brein: CGT, mindfulness en breintraining
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is vooral onderzocht bij jongeren en jongvolwassenen met ADHD. De therapie leert je anders om te gaan met negatieve gedachten, emoties en gedragsproblemen. CGT heeft vooral effect op functioneren en emotionele klachten zoals angst of somberheid, en in mindere mate op de ‘klassieke’ ADHD-symptomen zoals hyperactiviteit.
Mindfulness is een andere benadering. Door aandachtsoefeningen leer je beter focussen, minder impulsief reageren en rustiger worden in je hoofd. De effecten zijn volgens onderzoek gemiddeld tot klein, maar vooral jongeren met veel onrust of stress kunnen er baat bij hebben. Groot voordeel: je kunt het thuis oefenen via gratis apps of YouTube-video’s.

Breintraining dan – die populaire apps en spelletjes die je werkgeheugen zouden verbeteren? De meeste studies zijn kritisch. Misschien word je beter in dat specifieke spelletje, maar er is weinig bewijs dat het écht helpt in het dagelijks leven. Leuk als aanvulling, maar niet als serieuze behandeling.
Wat zegt de wetenschap over sport en ADHD?
Lichamelijke activiteit heeft veel voordelen voor álle kinderen, maar zeker ook voor kinderen met ADHD. Denk aan:
- Verbetering van aandacht en concentratie.
- Vermindering van hyperactiviteit.
- Beter slapen en minder stress.
Het maakt niet veel uit wat je doet – van dansles tot judo of hardlopen – als het maar regelmatig gebeurt. Sommige studies laten bescheiden effecten zien op ADHD-symptomen, vooral bij duursporten of oefeningen met focus (zoals yoga of vechtsport). Maar bewegen is nooit een vervanging van behandeling – wel een waardevolle aanvulling.
Eten en ADHD: Hype of hoop?
Voeding bij ADHD is een lastig onderwerp. Er zijn ouders die zweren bij een suikervrij dieet of bij het weglaten van gluten en zuivel. Maar wat zegt de wetenschap?
- Omega 3 en D-vitamines laten in sommige studies een klein effect zien, vooral bij kinderen met een tekort.
- Eliminatiediëten (zoals het bekende few-foods-dieet) kunnen werken bij een klein deel van de kinderen, maar zijn intensief en niet voor iedereen geschikt.
- Kunstmatige kleurstoffen en suiker? Het bewijs is flinterdun, maar sommige kinderen lijken gevoelig.
Wat zeker níet helpt: zomaar supplementen of dieetmaatregelen zonder begeleiding. En helaas: ‘wonderdiëten’ voor ADHD bestaan niet.
Slaap: De vaak vergeten sleutel tot verbetering
Tot wel 70% van de kinderen met ADHD slaapt slecht. En wie slecht slaapt, functioneert overdag nóg slechter. De relatie is dus dubbel: ADHD verstoort de slaap – en slechte slaap verergert ADHD. De belangrijkste aanpak?
- Vaste bedtijden.
- Donkere, prikkelarme slaapkamer.
- Geen schermen vlak voor het slapen.
Melatonine wordt soms gebruikt, maar alleen na overleg met een arts. Slaaptherapie of CGT bij slaapproblemen werkt beter op de lange termijn.
Op school: Kleine aanpassingen, groot verschil?
School is vaak de plek waar ADHD het meest zichtbaar is. Gelukkig kan een goede samenwerking tussen school, ouders en behandelaars veel verschil maken. Effectieve aanpassingen zijn o.a.:
- Extra pauzes of beweging tussendoor.
- Een rustige werkplek.
- Instructie in kleine stapjes.
- Heldere regels en voorspelbare routines.
Maar hier zit ook een knelpunt: leraren hebben vaak te weinig tijd, ondersteuning of kennis. Bovendien werkt niet elke aanpak voor elk kind – maatwerk is essentieel.
Kritiek en gemiste kansen
Hoewel er veel belofte zit in non-farmacologische behandelingen, zijn er ook stevige kanttekeningen te maken:
- Veel onderzoeken zijn van matige kwaliteit of te klein om harde conclusies te trekken.
- Er is weinig aandacht voor combinaties van behandelingen – terwijl die in de praktijk juist nodig zijn.
- Veel interventies zijn lastig toegankelijk: ze worden niet vergoed, zijn niet overal beschikbaar of vragen veel tijd van ouders.
De auteurs van het onderliggende onderzoek pleiten daarom terecht voor meer samenwerking, betere financiering en betere studie-opzet – zodat kinderen en gezinnen echte keuzes krijgen, in plaats van óf pil óf niets.
Bilenberg N, Bikic A, Lange AM. Nonfarmakologisk behandling af ADHD. Ugeskr Laeger. 2025;187(20):V11240798. Published 2025 May 12. doi:10.61409/V11240798