Voor de liefhebber… 100 korte tips en bevindingen met betrekking tot kritisch denken.
- Kritisch denken (KD) is een metacognitief proces, oftewel het denken over het denken zelf.
- KD bestaat uit vaardigheden en attitudes die samenwerken met reflectief oordeelsvermogen.
- Reflectief oordeelsvermogen houdt in dat je de tijd neemt bij het nemen van beslissingen en daarbij gebruikmaakt van epistemologisch begrip.
- Epistemologisch begrip heeft betrekking op de aard van kennis, de grenzen en zekerheid van weten, en hoe dit van invloed is op het redeneren.
- Er zijn drie kernvaardigheden van KD: analyse, evaluatie en inferentie.
- Alleen het hebben van KD-vaardigheden is niet voldoende; je moet ook een positieve houding hebben ten opzichte van KD.
- KD-houding verwijst naar een neiging, tendens of bereidheid om bepaalde denkvaardigheden toe te passen.
- KD-houdingen omvatten begrippen als openheid, organisatie, waarheidsvinding en scepticisme.
- Zelfs onderwijsprofessionals hebben moeite met het definiëren van KD.
- Kritisch denken kan worden verbeterd door passende training.
- Expliciete training in KD is noodzakelijk als we willen dat KD verbetert en bloeit in verschillende domeinen.
- Er zijn veel soorten onlogische argumentatie en redeneringen die de juiste denkwijze kunnen verstoren.
- Speel de advocaat van de duivel om echt “beide kanten van het verhaal” te zien.
- Als we echt om een onderwerp of beslissing geven, moeten we KD toepassen.
- Op dezelfde manier moeten we waarschijnlijk alleen KD toepassen als we om het onderwerp of de beslissing geven.
- Het is verre van “deugdzaam” om op emotie gebaseerde opvattingen van deugd/waarde aan anderen op te dringen die niet per se hetzelfde gedachtegoed aanhangen.
- “Laat emotie buiten beschouwing” – het vertroebelt je denken.
- Zorg hebben over een onderwerp/beslissing verschilt van er gepassioneerd over zijn. Het eerste is belangrijk voor KD; het laatste kan het belemmeren.
- Toepassing van KD kan worden onderverdeeld in vijf algemene gebieden: argumentanalyse, verbaal redeneren, hypothese testing, beoordeling van waarschijnlijkheid en onzekerheid, en probleemoplossing.
- Mensen zijn slechte “natuurlijke” statistici. Leer statistische analyse als je erin geïnteresseerd bent of als je vaak met statistieken werkt.
- Mensen weten vaak niet wat ze niet weten.
- Mensen met weinig bekwaamheid op een gebied overschatten meestal hun bekwaamheid daarin, terwijl mensen met veel bekwaamheid vaak onderschatten.
- Ken je eigen cognitieve vooroordelen en valkuilen, zoals bevestigingsbias, overmoed, status-quo bias en groepsdenken.
- Herken drogredenen en leer ze te vermijden in je eigen redeneringen.
- Oefen het stellen van goede vragen en wees niet bang om door te vragen om dieper inzicht te krijgen.
- Leer onderscheid te maken tussen feiten, meningen en speculaties.
- Verken alternatieve perspectieven en overweeg verschillende standpunten voordat je een conclusie trekt.
- Vertrouw niet alleen op één bron van informatie, maar raadpleeg diverse bronnen om een breder beeld te krijgen.
- Wees alert op de invloed van bias in de media en leer hoe je onpartijdige bronnen kunt identificeren.
- Ontwikkel je logische redeneervaardigheden door te oefenen met syllogismen, deductief redeneren en inductief redeneren.
- Leer statistische concepten, zoals correlatie, causatie en betrouwbaarheid.
- Wees bereid om je eigen overtuigingen en standpunten ter discussie te stellen en open te staan voor het herzien ervan op basis van nieuwe informatie.
- Wees voorzichtig met het vertrouwen op geheugen alleen. Raadpleeg indien mogelijk externe bronnen om feiten te verifiëren.
- Ontwikkel je vermogen om logische en samenhangende argumenten op te bouwen en te presenteren.
- Oefen met het identificeren van valse analogieën en het vermijden van oneigenlijke generalisaties.
- Begrijp het verschil tussen correlatie en causaliteit. Twee variabelen die samen voorkomen, betekenen niet altijd dat de ene de oorzaak van de andere is.
- Houd rekening met de context en de omstandigheden bij het interpreteren van gegevens en statistieken.
- Leer om onderscheid te maken tussen noodzakelijke en voldoende voorwaarden in argumenten en redeneringen.
- Ontwikkel je vermogen om informatie te ordenen en te structureren, zodat je het gemakkelijker kunt begrijpen en analyseren.
- Wees kritisch ten opzichte van je eigen denken en herken wanneer je mogelijk bevooroordeeld bent.
- Leer de basisprincipes van logica, zoals geldige en ongeldige argumenten en de wetten van de logica.
- Besteed aandacht aan de betrouwbaarheid en validiteit van bronnen bij het verzamelen van informatie.
- Wees voorzichtig met het trekken van conclusies op basis van een enkel geval of anekdotisch bewijs.
- Leer om onderscheid te maken tussen sterke en zwakke argumenten en leer hoe je zwakke argumenten kunt identificeren en weerleggen.
- Neem de tijd om informatie grondig te lezen, begrijpen en evalueren voordat je conclusies trekt.
- Wees bereid om je standpunt aan te passen als er overtuigend bewijs is dat in tegenspraak is met je oorspronkelijke opvattingen.
- Oefen met het herformuleren en samenvatten van complexe informatie om het beter te begrijpen.
- Leer om redeneerfouten te herkennen, zoals het valse dilemma, de cirkelredenering en de stroman.
- Ontwikkel je vermogen om logische inconsistenties en tegenstrijdigheden in redeneringen te identificeren.
- Wees geduldig en volhardend bij het analyseren en oplossen van complexe problemen.
- Houd rekening met de betrouwbaarheid en expertise van de spreker bij het beoordelen van argumenten en claims.
- Bestudeer voorbeelden van historische denkfouten en leer ervan, zoals de valse consensus, de gokkersfout en de post hoc ergo propter hoc.
- Leer om onderscheid te maken tussen geldige en ongeldige statistische redeneringen en leer basisstatistieken te begrijpen.
- Wees bewust van je eigen emoties en hoe deze je denken kunnen beïnvloeden. Probeer een emotioneel evenwicht te behouden tijdens het analyseren van informatie.
- Oefen met het maken van voorspellingen en hypotheses en evalueer ze op basis van beschikbaar bewijs.
- Leer om argumenten te structureren met behulp van logische redeneerschema’s, zoals de modus ponens, de modus tollens en de uitsluiting van het midden.
- Verken verschillende denksystemen en filosofieën om je begrip van verschillende perspectieven te vergroten.
- Besteed aandacht aan de ethiek en morele aspecten bij het nemen van beslissingen en het evalueren van argumenten.
- Oefen met het stellen van doelgerichte vragen die je kunnen helpen bij het analyseren en evalueren van complexe problemen.
- Wees bereid om te twijfelen en onzekerheid te accepteren. Het is niet altijd mogelijk om definitieve antwoorden te vinden.
- Onderzoek de argumenten en het bewijsmateriaal aan beide zijden van een debat voordat je een standpunt inneemt.
- Wees bewust van de taal die wordt gebruikt in argumenten en claims. Let op overgeneralisaties, vage bewoordingen en dubbelzinnigheden.
- Oefen met het identificeren van vooronderstellingen en impliciete aannames in redeneringen.
- Leer om relevante en irrelevante informatie van elkaar te scheiden bij het evalueren van argumenten.
- Besteed aandacht aan de context en de achtergrondinformatie bij het interpreteren van uitspraken en claims.
- Onderzoek de bron van informatie en de mogelijke belangenconflicten die van invloed kunnen zijn op de betrouwbaarheid van de informatie.
- Leer om logische stappen en redeneerprocessen expliciet te maken bij het analyseren van complexe problemen.
- Verken verschillende denkstrategieën, zoals lateraal denken, abductief redeneren en systeemdenken.
- Oefen met het herkennen van patronen en trends in gegevens en leer hoe je deze kunt gebruiken bij het nemen van beslissingen.
- Wees kritisch ten opzichte van zowel nieuwe als gevestigde ideeën. Nieuw betekent niet altijd beter en oud betekent niet altijd waar.
- Onderzoek de geschiedenis en ontwikkeling van ideeën en concepten om hun context beter te begrijpen.
- Besteed aandacht aan de validiteit en betrouwbaarheid van onderzoeksstudies bij het evalueren van bewijsmateriaal.
- Oefen met het verwoorden en verdedigen van je eigen standpunten met behulp van overtuigende argumenten en bewijsmateriaal.
- Leer om conclusies en generalisaties te trekken op basis van solide redeneerprocessen en voldoende bewijsmateriaal.
- Wees alert op de invloed van framing en retorische technieken bij het presenteren van argumenten en claims.
- Bestudeer de basisprincipes van retorica en argumentatieleer om je redeneervaardigheden te verbeteren.
- Leer om zorgvuldig te luisteren naar anderen en actief te reageren op hun argumenten.
- Oefen met het formuleren van effectieve en heldere vragen om meer informatie te verkrijgen en misverstanden te voorkomen.
- Onderzoek en leer van verschillende denksystemen en filosofieën om je eigen denken te verrijken en te verfijnen.
- Wees bereid om onpopulaire standpunten en ideeën te overwegen en te evalueren.
- Oefen met het identificeren van drogredenen in de media en in alledaagse communicatie.
- Leer om consistent te zijn in je eigen redeneringen en vermijd tegenstrijdigheden en dubbele standaarden.
- Besteed aandacht aan de relevantie en de onderlinge samenhang van bewijsmateriaal bij het evalueren van argumenten.
- Oefen met het herkennen van valse informatie en misleidende claims in verschillende media.
- Leer om je argumenten en redeneringen effectief te presenteren, zowel schriftelijk als mondeling.
- Wees kritisch ten opzichte van autoriteit en beroep op autoriteit. Autoriteit is geen garantie voor waarheid.
- Onderzoek en leer van historische denkers en filosofen die zich bezighielden met kritisch denken.
- Besteed aandacht aan de logica en consistentie van je eigen gedachtegang bij het nemen van beslissingen.
- Oefen met het identificeren van impliciete vooroordelen en veronderstellingen in redeneringen.
- Leer om complexe informatie op een begrijpelijke manier te communiceren en te presenteren.
- Wees bereid om je standpunt te herzien op basis van nieuwe informatie en inzichten.
- Bestudeer de basisprincipes van argumentatieleer en retorica om je redeneervaardigheden te verbeteren.
- Oefen met het evalueren van argumenten op basis van hun logische geldigheid en overtuigingskracht.
- Leer om veronderstellingen en claims te testen door middel van kritische vragen en kritisch denken.
- Wees bewust van de invloed van groepsdenken en sociale druk op het denken en de besluitvorming.
- Onderzoek en leer van verschillende denkmethoden, zoals het Socratische gesprek en het debat.
- Besteed aandacht aan de taal en de woordkeuze bij het analyseren van argumenten en claims.
- Oefen met het identificeren van drogredenen en het weerleggen ervan met behulp van logica en bewijs.
- Leer om complexe problemen op te splitsen in kleinere, hanteerbare delen om ze gemakkelijker te begrijpen en op te lossen.
- Wees geduldig en volhardend. Kritisch denken is een vaardigheid die tijd en oefening vergt om te ontwikkelen en te verfijnen.
Wij hopen dat deze tips je helpen bij het ontwikkelen van je kritisch denkvermogen! In elk geval heeft het je even ‘van de straat gehouden’.