Neurodiversiteit is een term die steeds vaker wordt gebruikt in gesprekken over de menselijke geest en ons gedrag. Maar wat betekent het eigenlijk?
Neurodiversiteit is een begrip dat verwijst naar de variatie in hersenfunctie en gedrag die normaal is in de menselijke bevolking. Met andere woorden, het benadrukt dat onze hersenen net zo divers zijn als onze uiterlijke kenmerken. Net zoals we verschillen in lengte, haarkleur en atletisch vermogen, variëren ook onze denkprocessen en gedragspatronen.
De term “neurodiversiteit” werd voor het eerst bedacht door de Australische sociologe Judy Singer in 1998. Ze combineerde de woorden “neurologische diversiteit” en zo ontstond het begrip “neurodiversiteit”. Hoewel het oorspronkelijk werd geassocieerd met autisme, omvat het nu een veel bredere reeks neurologische verschillen.
Maar wat betekent neurodiversiteit voor jou en mij? Het gaat niet alleen over autisme; het omvat ook aandoeningen zoals ADHD, angststoornissen, depressie, bipolaire stoornis en zelfs problemen zoals hersenmist (brain fog) en PTSS. Kortom, het is een term die ons herinnert aan de diversiteit in de werking van onze hersenen en geest.
Dit brengt ons bij de woorden die zijn afgeleid van neurodiversiteit: “neurodivergent”, “neurodiverse”, en “neurotypisch”. “Neurodivergent” verwijst naar individuen met neurologische verschillen, terwijl “neurodiverse” een groep mensen beschrijft met diverse hersenen. Het woord “neurotypisch” wordt gebruikt om te verwijzen naar mensen wiens hersenfunctie als normaal wordt beschouwd volgens de maatschappelijke standaard.
Het is belangrijk om te begrijpen dat woorden als “neurodiversiteit” echte impact hebben op mensen. Voor neurodivergente individuen vertegenwoordigt dit woord hun dagelijkse realiteit, inclusief de obstakels die ze in de samenleving tegenkomen, zoals in het onderwijs en op de werkplek.
Neurodiversiteit gaat verder dan alleen individuen; het verwijst naar een waardevolle vorm van diversiteit in onze samenleving. Het benadrukt echter ook dat neurotypische hersenen momenteel als de norm worden beschouwd en daardoor bevoorrecht zijn. Dit bewustzijn is essentieel om een inclusievere maatschappij te creëren.
Een interessant aspect van neurodiversiteit is dat het veel breder is dan je zou denken. Het omvat niet alleen ontwikkelingsstoornissen, maar ook psychische aandoeningen, verworven aandoeningen en nog veel meer. Het is een genereuze term die alle vormen van neurologische verschillen erkent.
Daarnaast is neurodiversiteit ook geïntersecteerd met andere aspecten van iemands identiteit, zoals ras, cultuur, geslacht, seksuele identiteit en leeftijd. Dit onderstreept de complexiteit van onze hersenen en gedachten.
Een belangrijk punt is dat neurodiversiteit ook mensen omvat die zichzelf hebben gediagnosticeerd. Diagnoses kunnen moeilijk te verkrijgen zijn vanwege verschillende barrières, zoals financiële, geografische of culturele belemmeringen. Als je denkt dat je neurodivergent bent, is de kans groot dat dat ook zo is.
Het bespreken van neurodiversiteit is niet alleen zinvol, maar ook noodzakelijk. Het stelt ons in staat om de uitdagingen te erkennen waarmee neurodivergente mensen worden geconfronteerd. Als maatschappij kunnen we alleen verandering bewerkstelligen als we ons bewust zijn van deze uitdagingen.
De neurodiversiteitsbeweging heeft als doel om de waarde van neurodiverse hersenen te benadrukken en begrip en inclusie te bevorderen. Uiteindelijk komt destigmatisering van neurodivergentie iedereen ten goede.
Dus laten we blijven praten over neurodiversiteit en de wereld een inclusievere plek maken voor iedereen, ongeacht de werking van hun hersenen.
Judy Singer, “‘Why Can’t You Be Normal for Once in Your Life?’: From a ‘Problem with No Name’ to the Emergence of a New Category of Difference,” in Disability Discourse, ed. Mairian Corker and Sally French (Philadelphia, PA: Open University Press, 1999), 64.