In 1998 publiceerden Andrew Wakefield en zijn collega’s een artikel dat suggereerde dat de bof, mazelen, en rodehond (BMR-)vaccinatie kinderen vatbaar zou kunnen maken voor gedragsregressie en ontwikkelingsstoornissen zoals autisme. Hoewel latere studies deze associatie ontkrachtten, blijft er i bezorgdheid bestaan over de BMR-vaccinatie en autisme. Dit artikel verkent de oorsprong, instandhouding en implicaties van deze aanhoudende geruchten, met specifieke aandacht voor de situatie in de Zweedse Somalische gemeenschap.
Autisme en vaccinatie
Voor sommige Somaliërs in Zweden lijkt autisme een nieuwe zorg te zijn die na migratie is ontstaan. De afwezigheid van een woord voor autisme in de Somalische taal versterkt het idee dat deze stoornis zich manifesteerde na migratie. Ouders beschrijven angst voor ASS en beweren dat deze niet in hun land van herkomst bestond. Alternatieve verklaringen, zoals de invloed van westerse voeding en medicatie, worden naar voren gebracht om de oorzaak te duiden.
Geruchten gedijen in contexten van angst en onzekerheid. Vertraagde diagnoses en negatieve ervaringen met de zorgsector versterken de overtuiging dat BMR-vaccinatie ASS veroorzaakt. Gebrek aan verklaringen voor de hoge prevalentie van autisme en stigmatisering van de aandoening versterken het gerucht verder. Sociale media, waarop de gemeenschap informatie deelt dragen nogal eens bij aan de instandhouding van het gerucht.
Het gerucht heeft gevolgen voor vaccinatiepraktijken. Hoewel sommige ouders nog steeds essentiële kindervaccins accepteren, resulteert de vrees voor BMR in vertraagde vaccinaties. Dit heeft tevens geleid tot een grotere terughoudendheid ten opzichte van nieuwe vaccins, zoals HPV en COVID-19. Het gerucht heeft ook geleid tot een gebrek aan vertrouwen in gezondheidsinstanties, wat de zoektocht naar informatie op sociale media versterkt.
Andrew Wakefield
Andrew Wakefield is een voormalig Britse arts en wetenschapper die wereldwijde bekendheid kreeg vanwege zijn betrokkenheid bij controversieel onderzoek dat beweerde dat er een verband was tussen de BMR-vaccinatie en de ontwikkeling van autisme bij kinderen. Zijn invloedrijke maar weerlegde studie werd gepubliceerd in 1998 in het medische tijdschrift The Lancet.
- Lancet (1998): In 1998 publiceerde Wakefield samen met collega’s een onderzoek in The Lancet waarin hij een verband suggereerde tussen de BMR-vaccinatie en de ontwikkeling van autisme en darmaandoeningen bij kinderen. De studie betrof slechts 12 kinderen en was niet alleen klein van opzet, maar werd ook later bekritiseerd vanwege methodologische tekortkomingen en mogelijke belangenconflicten.
- Kritiek en intrekking: Na de publicatie van zijn studie werd Wakefield bekritiseerd vanwege gebrek aan transparantie en mogelijke belangenconflicten, zoals zijn financiële betrokkenheid bij juridische procedures tegen vaccinproducenten. In 2010 trok The Lancet de studie formeel in, waarbij ze toegaven dat er ernstige tekortkomingen waren en dat Wakefield ethische normen had geschonden.
- Impact op vaccinatiegraad: De publiciteit rond Wakefields onderzoek leidde tot aanzienlijke bezorgdheid onder ouders over de veiligheid van de BMR-vaccinatie. Als gevolg hiervan daalde de vaccinatiegraad in sommige gemeenschappen, wat resulteerde in uitbraken van ziekten zoals mazelen.
- Ontslag en verlies van medische licentie: In 2010 werd Wakefield door de General Medical Council in het Verenigd Koninkrijk beschuldigd van wangedrag en het bewust misleiden van zijn collega’s. Als gevolg daarvan werd hij uit de medische registers verwijderd en verloor hij zijn recht om geneeskunde uit te oefenen.
- Voortzetting van het gerucht: Ondanks de intrekking van de studie en de ontzegging van zijn medische licentie, blijven de ideeën van Wakefield over de BMR-vaccinatie en autisme voortleven in bepaalde gemeenschappen.
Vaccineren
Nut van vaccineren:
- Ziektepreventie: Vaccinaties zijn een krachtig instrument voor ziektepreventie. Ze helpen het immuunsysteem van het lichaam te versterken, zodat het effectiever kan reageren op infecties.
- Individuele bescherming: Vaccinaties bieden individuele bescherming tegen ernstige ziekten. Ze kunnen voorkomen dat mensen ziek worden of de ernst van de ziekte verminderen als ze toch geïnfecteerd raken.
- Collectieve immuniteit: Vaccinaties dragen bij aan collectieve immuniteit of kudde-immuniteit. Wanneer een groot deel van de bevolking immuun is voor een ziekte, wordt de verspreiding ervan belemmerd, waardoor ook de mensen die niet kunnen worden gevaccineerd (bijvoorbeeld vanwege medische redenen) worden beschermd.
- Ziekte-uitroeiing: Sommige succesvolle vaccinatieprogramma’s hebben bijgedragen aan de uitroeiing van ziekten. Het bekendste voorbeeld is de uitroeiing van het natuurlijke pokkenvirus door middel van vaccinaties.
Risico’s van vaccineren
- Lokale reacties: Na vaccinatie kan er soms roodheid, zwelling of pijn op de injectieplaats optreden. Deze reacties zijn meestal mild en van korte duur.
- Systemische reacties: Sommige mensen kunnen na vaccinatie milde systemische reacties ervaren, zoals koorts, vermoeidheid of spierpijn. Deze symptomen zijn meestal van voorbijgaande aard.
- Allergische reacties: In zeldzame gevallen kunnen mensen allergische reacties op bepaalde componenten van het vaccin ervaren. Deze reacties zijn meestal onmiddellijk en kunnen variëren van milde tot ernstige allergische reacties, zoals anafylaxie. Het is echter belangrijk op te merken dat ernstige allergische reacties extreem zeldzaam zijn.
- Guillain-Barré-syndroom (GBS): Sommige vaccins, zoals het griepvaccin, zijn geassocieerd met een zeer klein risico op het Guillain-Barré-syndroom, een zeldzame neurologische aandoening. Het risico lijkt echter veel kleiner dan het risico op GBS dat kan optreden na infectie met bepaalde ziekteverwekkers.
- Zeldzame bijwerkingen: In uiterst zeldzame gevallen kunnen vaccins in verband worden gebracht met zeer zeldzame bijwerkingen. Een voorbeeld hiervan is het verband tussen de BMR-vaccinatie en een kleine kans op trombose. Het risico op trombose na de BMR-vaccinatie wordt echter als uiterst laag beschouwd.
Risico’s van niet vaccineren:
- Ziekte-uitbraken: Wanneer de vaccinatiegraad daalt, neemt het risico op ziekte-uitbraken toe. Ziekten die onder controle waren, kunnen opnieuw opduiken en zich verspreiden, wat leidt tot ernstige gezondheidsproblemen en soms zelfs tot sterfgevallen.
- Complicaties en sterfte: Niet-gevaccineerde individuen hebben een groter risico op ernstige complicaties en overlijden als ze worden blootgesteld aan ziekteverwekkers. Dit geldt vooral voor kwetsbare groepen zoals jonge kinderen, ouderen en mensen met verzwakte immuunsystemen.
- Maatschappelijke kosten: Ziekte-uitbraken hebben niet alleen een menselijke tol, maar veroorzaken ook aanzienlijke maatschappelijke kosten, zoals medische behandelingen, verloren productiviteit en de druk op gezondheidszorgsystemen.
- Verlies van verworven immuniteit: In het geval van ziekten zoals mazelen kan het niet onderhouden van hoge vaccinatiegraden resulteren in verlies van verworven immuniteit in de bevolking, wat de kans op grootschalige uitbraken vergroot.
Het is essentieel om te begrijpen dat de bovengenoemde risico’s aanzienlijk kleiner zijn dan de risico’s die gepaard gaan met het oplopen van de ziekte waartegen wordt gevaccineerd.
De beslissing om te vaccineren moet worden genomen op basis van wetenschappelijke gegevens en na overleg met zorgverleners. Het is belangrijk om te benadrukken dat vaccins een van de meest effectieve manieren zijn om individuele en collectieve immuniteit op te bouwen en de verspreiding van infectieziekten te beperken. Het risico van niet-vaccineren weegt doorgaans veel zwaarder dan de mogelijke risico’s van vaccinatie.
Herzig van Wees S, Dini S. The silent shot: An analysis of the origin, sustenance and implications of the MMR vaccine – autism rumour in the Somali diaspora in Sweden and beyond. Glob Public Health. 2023 Jan;18(1):2257771. doi: 10.1080/17441692.2023.2257771. Epub 2023 Sep 26. PMID: 37750434.