Emotionele dysregulatie (ED) is een complex fenomeen dat invloed heeft op de manier waarop mensen hun emoties ervaren en uitdrukken. Dit kan leiden tot significante moeilijkheden in persoonlijke, sociale en professionele relaties. ED is een kernsymptoom van borderline persoonlijkheidsstoornis (BPD), maar komt ook veel voor bij personen met autisme, vooral bij volwassenen die in veel studies minder aandacht hebben gekregen. Onderzoek naar emotionele dysregulatie binnen deze groep is van belang om passende behandelmethoden te ontwikkelen die niet alleen het welzijn verbeteren, maar ook ernstige gevolgen zoals zelfbeschadiging en suïcidaliteit kunnen verminderen.
Het onderzoek dat wordt besproken in dit artikel biedt nieuwe inzichten in hoe emotionele dysregulatie zich manifesteert bij volwassenen met autisme in vergelijking met personen met BPD en een controlegroep.
Wat is emotionele dysregulatie?
Emotionele dysregulatie (ED) verwijst naar een patroon van emotionele reacties dat buitensporig is in relatie tot de situatie, of een aanhoudende moeilijkheid in het aanpassen van die reacties naar een meer passend niveau. Personen die met ED worstelen, ervaren vaak intense emotionele reacties die ze moeilijk kunnen beheersen of moduleren. Dit kan een breed scala aan problemen veroorzaken in zowel interpersoonlijke relaties als andere gebieden van het leven, zoals werk of school.
Hier zijn enkele kernaspecten die vaak geassocieerd worden met ED:
- Heftige emoties: Reacties zijn vaak heftiger dan verwacht voor de gegeven situatie.
- Langdurige emoties: Emotionele reacties duren langer dan normaal en kunnen moeilijk af te zwakken zijn.
- Snelle stemmingswisselingen: Snel wisselen van de ene intense emotie naar de andere, vaak zonder duidelijke aanleiding.
- Problemen met zelfregulatie: Moeilijkheden met het beheersen van impulsen, wat kan leiden tot gedragingen zoals woede-uitbarstingen, huilbuien, of zelfbeschadigend gedrag.
- Moeite met herstel: Problemen met het terugkeren naar een emotioneel baselinesniveau na een intense ervaring.
Oorzaken
De oorzaken van ED kunnen zowel biologisch, psychologisch als sociaal zijn. Enkele veelvoorkomende factoren zijn:
- Biologische factoren: Veranderingen of afwijkingen in hersenstructuren die betrokken zijn bij emotieregulatie, zoals de prefrontale cortex en de amygdala.
- Psychologische factoren: Traumatische ervaringen, vroege hechtingsproblemen, of andere psychische aandoeningen zoals depressie en angststoornissen.
- Sociale factoren: Een omgeving die emoties niet valideert of onderdrukt, of chronische blootstelling aan stress en conflict.
Het beheer van emotionele dysregulatie vereist vaak een combinatie van therapieën en soms medicatie. Effectieve benaderingen kunnen omvatten:
- Cognitieve gedragstherapie (CGT): Helpt individuen hun denkpatronen te herkennen en te veranderen die tot dysregulatie leiden.
- Dialectische gedragstherapie (DBT): Specifiek gericht op het leren van vaardigheden voor emotieregulatie, interpersoonlijke effectiviteit, mindfulness, en stress tolerantie.
- Medicatie: Soms gebruikt om de onderliggende biologische factoren die bijdragen aan ED te behandelen, zoals stemmingsstabilisatoren of antidepressiva.
Onderzoeksmethoden
De studie maakte gebruik van een breed scala aan zelfrapportage-vragenlijsten om emotionele dysregulatie en gerelateerde psychosociale variabelen te meten bij 724 deelnemers verdeeld over drie groepen: volwassenen met autisme (ASS), individuen met borderline persoonlijkheidsstoornis (BPD), en niet-klinische controles (NC). Deze methodologie stelde onderzoekers in staat om gedetailleerde gegevens te verzamelen over de aard van emotionele dysregulatie binnen elk van deze groepen en om significante verschillen en overeenkomsten te identificeren.
Belangrijkste bevindingen
De resultaten van de studie laten zien dat emotionele dysregulatie en de gedragscorrelaten zoals zelfbeschadiging en suïcidaliteit aanzienlijk hoger waren bij de borderline-groep vergeleken met de autisme- en NC-groepen. Interessant is dat, hoewel de prevalentie van ED significant hoger was bij personen met autisme dan bij niet-klinische controles, het minder ernstig was dan bij de borderline-groep. Deze bevindingen suggereren dat hoewel autisme en borderline verschillen in de mate van emotionele dysregulatie, beide groepen baat kunnen hebben bij specifieke interventies gericht op deze problemen.
In tegenstelling tot de algemene verwachting, toonde het onderzoek geen significante verschillen in de niveaus van emotionele dysregulatie tussen mannelijke en vrouwelijke volwassenen met autisme. Dit is een opvallende bevinding, omdat eerdere studies vaak hebben gesuggereerd dat vrouwen met autisme mogelijk een groter risico lopen op ernstige emotionele dysregulatie.
De bevindingen van dit onderzoek benadrukken de noodzaak voor de ontwikkeling van effectieve psychologische interventies die specifiek zijn afgestemd op de behoeften van volwassenen met autisme en diegenen met borderline persoonlijkheidsstoornis. Dialectische gedragstherapie (DBT), die oorspronkelijk is ontwikkeld voor borderline, heeft belofte getoond in het verminderen van emotionele dysregulatie bij andere groepen, waaronder volwassenen met autisme. Deze benadering, die zich richt op het versterken van emotionele regulatievaardigheden, zou een waardevolle toevoeging kunnen zijn aan de behandelingsprotocollen voor volwassenen met autisme.
Overeenkomsten tussen autisme en borderline
- Emotionele Dysregulatie: Zowel individuen met autisme als die met BPD kunnen significante uitdagingen ervaren in het reguleren van hun emoties. Dit kan resulteren in intense emotionele reacties op situaties die anderen als minder extreem kunnen zien.
- Sociale Interactieproblemen: Beide groepen kunnen moeilijkheden ondervinden in sociale situaties. Voor personen met BPD kan dit voortkomen uit angst voor verlating en instabiele relaties, terwijl bij autisme de problemen meer te maken hebben met sociale communicatie en een gebrek aan begrip van sociale cues.
- Gedragsproblemen: Zowel mensen met BPD als met autisme kunnen impulsief gedrag vertonen, hoewel de redenen en manifestaties kunnen verschillen. Bij BPD kan impulsiviteit gerelateerd zijn aan zelfbeschadigend gedrag of suïcidale handelingen, terwijl bij autisme impulsief gedrag vaak voortkomt uit overweldigende sensorische input of stress.
Verschillen tussen autisme en borderline
- Autisme is een ontwikkelingsstoornis die meestal wordt herkend in de vroege kinderjaren. Het is sterk genetisch beïnvloed en manifesteert zich in beperkingen in sociale interactie en communicatie, en repetitief en stereotype gedrag.
- Borderline ontwikkelt zich vaak in de adolescentie of vroege volwassenheid en kan sterk beïnvloed worden door omgevingsfactoren, waaronder vroege traumatische ervaringen en de kwaliteit van relaties met verzorgers.
- Autisme kenmerkt zich door een consistent patroon van moeilijkheden in sociale interacties, vaak door een gebrek aan wederkerigheid en empathie.
- Borderline kenmerkt zich door intense en instabiele persoonlijke relaties, hevige angst voor verlating en een sterke wisseling in de perceptie van anderen (idealiseren versus devalueren).
- Personen met autisme hebben vaak een consistent, zij het soms onflexibel, zelfbeeld en zelfbewustzijn dat niet veel fluctueert met tijd of situatie.
- Personen met borderline ervaren vaak een verstoorde identiteit en een fluctuerend zelfbeeld, wat bijdraagt aan hun emotionele en interpersoonlijke problemen.
- Autisme vereist vaak langdurige en gespecialiseerde interventies gericht op sociale vaardigheden, communicatie en gedragsmanagement. Farmacologische behandeling is minder gebruikelijk en meestal gericht op comorbide aandoeningen.
- Borderline kan baat hebben bij specifieke psychotherapieën zoals Dialectische Gedragstherapie (DBT), die zich richt op het leren van vaardigheden om emotieregulatie, impulscontrole, en interpersoonlijke effectiviteit te verbeteren.
Bemmouna D, Lagzouli A, Weiner L. The biosocial correlates and predictors of emotion dysregulation in autistic adults compared to borderline personality disorder and nonclinical controls. Mol Autism. 2023 Dec 18;14(1):47. doi: 10.1186/s13229-023-00580-3. PMID: 38110995; PMCID: PMC10726572.