Kinderen met autisme hebben vaak moeite met het verwerken van sociale en emotionele informatie. Dit betekent dat situaties waarin emoties en gezichtsuitdrukkingen een rol spelen, extra uitdagend kunnen zijn. In ons dagelijks leven geven we voortdurend onbewust sociale signalen af, bijvoorbeeld door gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal. Voor veel kinderen met autisme is het niet altijd vanzelfsprekend om deze signalen op te pikken en er juist op te reageren.
Recent onderzoek heeft laten zien dat kinderen met autisme vaak anders omgaan met situaties waarin verschillende emoties door elkaar lopen. Ze hebben meer tijd nodig om te reageren en maken sneller fouten in situaties waarin er afleidende emoties of signalen zijn. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een kind met autisme sneller in de war raakt als iemand boos kijkt, zelfs als die persoon eigenlijk blij is. Het begrijpen van dit proces helpt ons beter te begrijpen wat deze kinderen nodig hebben om goed te functioneren in sociale situaties.
Wat is interferentiecontrole?
Interferentiecontrole is het vermogen om ons te concentreren op belangrijke informatie en afleiding te negeren. Dit lijkt misschien eenvoudig, maar ons brein moet voortdurend keuzes maken over welke informatie het belangrijkst is. Stel je bijvoorbeeld voor dat je probeert te luisteren naar een vriend op een drukke plek. Je hersenen moeten het geluid van je vriend eruit filteren en andere geluiden, zoals achtergrondgeluiden, negeren. Dit proces van het negeren van afleidingen is een vorm van interferentiecontrole.
Voor kinderen met autisme kan interferentiecontrole moeilijker zijn, vooral als de afleidingen emotioneel geladen zijn, zoals gezichtsuitdrukkingen of stemmingen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen met autisme vaak langer nodig hebben om te reageren wanneer er tegenstrijdige emoties worden getoond, zoals een glimlach in combinatie met een boze blik. Dit komt omdat hun brein meer tijd nodig heeft om te beslissen welke emotie de juiste is.
Studieopzet en methode
In dit onderzoek hebben wetenschappers gekeken naar hoe kinderen met autisme omgaan met sociale en emotionele afleidingen. Ze hebben hiervoor twee groepen kinderen onderzocht: kinderen met autisme en kinderen met een typisch ontwikkelingspatroon. De kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar oud en deden verschillende computertests, waarbij ze snel moesten reageren op pijlen of gezichten die op het scherm verschenen.
De test bestond uit verschillende varianten. In een voorbeeldtaak zagen de kinderen pijlen op een rij en moesten ze de richting van de middelste pijl aangeven, ook als de andere pijlen een andere kant op wezen. Later moesten ze hetzelfde doen met gezichten. Soms waren de gezichten allemaal blij of verdrietig, maar soms stonden er afleidende gezichten tussen, bijvoorbeeld een boos gezicht tussen blije gezichten. De onderzoekers maten hoe snel en nauwkeurig de kinderen reageerden in al deze verschillende situaties.
Door deze methode konden de onderzoekers zien hoeveel moeite de kinderen hadden met het negeren van de afleidende gezichten. Dit gaf inzicht in hoe goed de kinderen met autisme omgingen met sociale en emotionele signalen en hoeveel tijd ze hiervoor nodig hadden.
Belangrijkste bevindingen
Uit het onderzoek kwamen enkele opvallende resultaten naar voren over de manier waarop kinderen met autisme reageren op sociale en emotionele prikkels. De onderzoekers vonden dat kinderen met autisme meer tijd nodig hadden om te reageren op gezichten en pijlen in de tests, vooral wanneer er tegenstrijdige informatie aanwezig was.
- Langzamere reacties bij emoties: Kinderen met autisme hadden over het algemeen een langere reactietijd dan hun leeftijdsgenoten zonder autisme. Dit verschil werd groter wanneer de kinderen geconfronteerd werden met gezichten die verschillende emoties uitstraalden, zoals een verdrietig gezicht naast een lachend gezicht. Deze kinderen hadden meer moeite om de juiste emotie te herkennen en reageerden daardoor trager.
- Meer fouten bij complexe gezichten: Daarnaast bleek dat kinderen met autisme sneller fouten maakten wanneer gezichten met verschillende emoties aanwezig waren. In een taak waarin de gezichten veranderden maar de emoties hetzelfde bleven, was dit probleem minder groot. Echter, bij taken waarin verschillende gezichten en emoties door elkaar waren gemengd, maakten zij meer fouten. Dit wijst erop dat kinderen met autisme moeite hebben om zich te focussen op het juiste gezicht als de situatie erg complex wordt.
- Detailgerichte strategieën: De onderzoekers ontdekten ook dat kinderen met autisme vaak details gebruiken om een emotie te begrijpen, zoals het omhoog- of omlaagstaan van de mondhoeken. Dit kan helpen bij het herkennen van eenvoudige emoties, maar werkt minder goed in situaties waarin er meer gezichten en afleidingen zijn. Deze kinderen kijken bijvoorbeeld eerder naar de vorm van de mond in plaats van naar de algehele gezichtsuitdrukking, wat hun reactievermogen vertraagt.
Voorbeelden uit het dagelijks leven
De bevindingen uit het onderzoek helpen ons om beter te begrijpen hoe kinderen met autisme dagelijkse sociale situaties ervaren. Stel je bijvoorbeeld voor dat een kind met autisme op school zit en naar een gesprek tussen twee klasgenoten luistert. Een van hen kijkt serieus, terwijl de ander lacht. Voor kinderen zonder autisme is het meestal duidelijk om zich te richten op de glimlachende klasgenoot als teken van een positieve sfeer. Voor een kind met autisme kan dit echter verwarrend zijn, omdat het moeite heeft om snel te bepalen welke gezichtsuitdrukking het belangrijkst is.
Een ander voorbeeld is een familiebijeenkomst, waar veel mensen tegelijk praten en lachen. Terwijl kinderen zonder autisme gemakkelijk een vrolijk gezicht in de menigte kunnen herkennen, kan een kind met autisme overweldigd raken door alle verschillende gezichten en emoties. Ze hebben dan moeite om de sociale signalen te volgen en kunnen zich terugtrekken of zich ongemakkelijk voelen in de situatie.
Ook tijdens het spelen op een speelplaats kunnen kinderen met autisme deze moeilijkheden ervaren. Als ze samen met andere kinderen spelen en een ander kind boos kijkt terwijl het lacht, kan dit leiden tot verwarring en onzekerheid. Het kind met autisme kan dan niet goed inschatten of het spel nog steeds leuk is of dat er iets mis is.
Dit soort situaties zijn voor deze kinderen dus niet altijd vanzelfsprekend, en ze vragen vaak meer tijd om de juiste signalen te interpreteren. Dit verklaart waarom kinderen met autisme soms afwachtend of verlegen overkomen, terwijl ze eigenlijk gewoon proberen te begrijpen wat er om hen heen gebeurt.
Wat deze resultaten betekenen voor de ondersteuning van kinderen met autisme
De resultaten van dit onderzoek benadrukken het belang van aangepaste ondersteuning voor kinderen met autisme, vooral in sociale situaties. Omdat zij vaak detailgericht denken en meer tijd nodig hebben om sociale signalen te verwerken, kan het helpen om hen een omgeving te bieden waarin ze stap voor stap sociale vaardigheden kunnen ontwikkelen.
Tips voor ouders en begeleiders:
- Geef duidelijke en rustige uitleg: Als er bijvoorbeeld meerdere mensen bij elkaar zijn, kan het nuttig zijn om het kind vooraf te vertellen wat het kan verwachten en welke emoties of gedragingen het mogelijk zal tegenkomen. Dit kan de spanning en verwarring verminderen.
- Werk met eenvoudige gezichtsuitdrukkingen: Start met oefeningen waarin één emotie tegelijk wordt herkend en breid dit vervolgens uit naar situaties met meerdere gezichten en emoties. Door langzaam op te bouwen, kan het kind zelfvertrouwen ontwikkelen.
- Gebruik symbolische aanwijzingen: Kinderen met autisme reageren vaak goed op concrete symbolen, zoals pictogrammen of afbeeldingen die emoties tonen. Dit maakt het makkelijker voor hen om emoties te herkennen en te benoemen zonder afhankelijk te zijn van subtiele gezichtsuitdrukkingen.
- Beperk afleidingen: In sociale omgevingen waar het kind moet opletten, zoals tijdens een spel of les, kan het wegnemen van afleidingen helpen. Door het aantal prikkels te verminderen, kan het kind zich beter concentreren op de interactie.
Met deze strategieën kan de omgeving worden aangepast om kinderen met autisme te helpen bij het ontwikkelen van hun sociale vaardigheden op een manier die voor hen haalbaar en minder stressvol is.
Conclusie
Dit onderzoek toont aan dat kinderen met autisme moeite hebben met het verwerken van sociale en emotionele informatie, vooral in situaties met veel afleidingen of tegenstrijdige signalen. Ze reageren vaak trager en hebben de neiging om gezichten en emoties gedetailleerd te analyseren, wat hen helpt in eenvoudige situaties, maar hen kan overweldigen in complexere omgevingen. Hun detailgerichte aanpak kan werken als een compenserende strategie, maar is minder effectief als er veel sociale signalen tegelijk zijn.
Door deze unieke manier van waarnemen te begrijpen, kunnen ouders, leerkrachten en begeleiders beter inspelen op de behoeften van kinderen met autisme. Met praktische aanpassingen, zoals rustige uitleg en het stap voor stap introduceren van sociale situaties, kunnen kinderen met autisme sociale vaardigheden ontwikkelen die hen helpen om zich prettiger te voelen in sociale interacties.

Chen QX, Chen Q, Zhai K, Chen HT, Wu YL, Liu JM, Jin Y. Inefficient and unique processing of social-emotional interference in school-aged children with high-functioning autism spectrum disorder. Front Psychiatry. 2024 Oct 9;15:1412533. doi: 10.3389/fpsyt.2024.1412533. PMID: 39507279; PMCID: PMC11539409.