autisme

Empathie en autisme: hoe emotionele reactiviteit de sociale wereld beïnvloedt

Empathie is een cruciaal onderdeel van sociale interactie. Het stelt ons in staat om de gevoelens van anderen te begrijpen en erop te reageren op een manier die sociaal passend is. Voor de meeste mensen is empathie een vanzelfsprekend proces dat helpt bij het aangaan en onderhouden van relaties. Echter, voor mensen met autisme kan empathie een uitdagend concept zijn. Nieuw onderzoek richt zich op hoe veranderingen in emotionele reactiviteit bijdragen aan verminderde empathie bij mensen met autisme, wat belangrijke implicaties heeft voor hun sociale interactie.

Wat is empathie?

Empathie bestaat uit twee hoofdelementen: cognitieve empathie en affectieve empathie. Cognitieve empathie verwijst naar het vermogen om zich mentaal te verplaatsen in de gevoelens van anderen. Het is het proces waarbij we ons afvragen: “Hoe zou die persoon zich nu voelen?” Affective empathie daarentegen gaat over het daadwerkelijk meevoelen met de emoties van een ander. Wanneer een vriend verdrietig is, kan je zelf ook droefheid ervaren. Beide vormen van empathie spelen een sleutelrol in het sociale leven, omdat ze helpen om relaties te verdiepen en te begrijpen wat anderen nodig hebben.

Stel je voor dat je een goede vriend hebt die je vertelt dat hij zijn baan heeft verloren. Met cognitieve empathie begrijp je dat dit een pijnlijke ervaring is. Met affectieve empathie voel je mogelijk zelf ook een gevoel van verlies of frustratie. Deze beide vormen van empathie zijn nodig om hem de steun te bieden die hij op dat moment nodig heeft. Maar wat gebeurt er als deze processen verstoord zijn, zoals vaak het geval is bij mensen met autisme?

Hoe verschilt empathie bij mensen met autisme?

Mensen met autisme, en in het bijzonder die met hoogfunctionerend autisme, ervaren vaak uitdagingen in sociale interacties. Onderzoek heeft herhaaldelijk aangetoond dat cognitieve empathie bij mensen met autisme meestal verminderd is. Dit betekent dat ze het moeilijk vinden om te begrijpen hoe anderen zich voelen, wat kan leiden tot ongemakkelijke of onaangepaste reacties in sociale situaties.

Affectieve empathie, oftewel het meevoelen met de emoties van anderen, laat echter een wisselend beeld zien in onderzoek. Sommige studies wijzen op vergelijkbare beperkingen in affectieve empathie als bij cognitieve empathie, terwijl andere suggereren dat mensen met autisme wel degelijk mee kunnen voelen, vooral met personen die ze goed kennen, zoals familieleden of vrienden. Dit maakt duidelijk dat empathie bij autisme geen eenvoudig zwart-wit verhaal is.

Onderzoek naar empathie en emotionele reactiviteit bij autisme

Om deze complexiteit beter te begrijpen, richtte recent onderzoek zich op de rol van emotionele reactiviteit bij mensen met autisme. Emotionele reactiviteit verwijst naar de mate waarin iemand zelf emoties ervaart in verschillende situaties. Het onderzoek maakte gebruik van de Textuele Empathie Test (TET), een unieke methode waarbij deelnemers verbale beschrijvingen kregen van emotionele situaties die zich voordeden bij een bekende of een onbekende persoon. De deelnemers werd gevraagd in te schatten hoe die ander zich zou voelen (cognitieve empathie) en hoe ze zichzelf voelden wanneer ze zich voorstelden in dezelfde situatie (affectieve empathie).

De resultaten waren opvallend. Mensen met autisme toonden zowel een vermindering in cognitieve als affectieve empathie in vergelijking met neurotypische deelnemers. Deze verminderde empathie was niet afhankelijk van de sociale afstand (vriend versus vreemdeling), wat erop wijst dat mensen met autisme universeel lagere empathische reacties vertonen, ongeacht hoe goed ze de ander kennen.

Nog belangrijker was dat emotionele reactiviteit – het vermogen om emoties te ervaren bij het voorstellen van zichzelf in een emotionele situatie – ook aanzienlijk lager was bij de autistische deelnemers. Dit bleek een belangrijke voorspeller voor de lagere empathie, wat betekent dat de mate waarin iemand zijn eigen emoties voelt, een grote invloed heeft op hun vermogen om zich in te leven in anderen.

Emotionele reactiviteit als sleutel tot empathische verschillen

Een centrale bevinding van dit onderzoek was dat de verminderde emotionele reactiviteit bij mensen met autisme een belangrijke verklaring biedt voor hun lagere empathische reacties. Wanneer iemand minder sterke emotionele reacties ervaart, wordt het moeilijker om de emoties van anderen in te schatten of om die emoties zelf te voelen. In wezen kunnen mensen met autisme moeilijkheden ondervinden bij het herkennen en verwerken van emotionele signalen, omdat hun eigen emotionele beleving minder intens is.

Dit verklaart waarom zowel cognitieve als affectieve empathie lager kan zijn bij mensen met autisme. Wanneer je zelf geen sterke emoties ervaart, is het moeilijker om te begrijpen hoe een ander zich voelt, maar ook om mee te voelen met hun situatie. Het onderzoek toonde aan dat deze lagere emotionele reactiviteit de invloed van autisme op empathie volledig medieerde, wat betekent dat dit de belangrijkste factor was die de empathische verschillen verklaarde.

Conclusie: wat betekent dit voor de sociale interactie?

De bevindingen van dit onderzoek hebben belangrijke implicaties voor hoe we empathie en sociale interactie begrijpen bij mensen met autisme. Omdat emotionele reactiviteit een sleutelrol speelt in empathie, kunnen mensen met autisme moeite hebben om emotionele verbindingen te maken, zelfs met mensen die ze goed kennen. Dit kan leiden tot sociale isolatie en misverstanden, waarbij hun reacties soms als ongevoelig of afstandelijk worden gezien, terwijl de onderliggende oorzaak een biologisch verschil in emotionele beleving is.

Dit betekent echter niet dat mensen met autisme geen zorg of medeleven kunnen tonen. Velen ontwikkelen strategieën om op een meer cognitieve, rationele manier zorgzaam en behulpzaam te zijn. Het begrijpen van de rol van emotionele reactiviteit kan helpen om betere interventies te ontwikkelen die gericht zijn op het versterken van de emotionele beleving, waardoor sociale interacties soepeler kunnen verlopen.

Implicaties voor de toekomst

Dit onderzoek opent de deur naar verdere studies over de rol van emotionele reactiviteit bij empathie en sociale interactie. Door te begrijpen hoe mensen met autisme emoties ervaren, kunnen we gerichtere therapieën en ondersteunende programma’s ontwikkelen die hen helpen om meer voldoening te halen uit sociale relaties. Denk hierbij aan training in emotionele herkenning of het gebruik van hulpmiddelen om de eigen emotionele reacties te versterken. Dergelijke interventies zouden de sociale vaardigheden en het welzijn van mensen met autisme aanzienlijk kunnen verbeteren.

Het begrijpen van empathie vanuit een breder perspectief, waarbij ook emotionele reactiviteit wordt betrokken, biedt waardevolle inzichten voor het bevorderen van inclusie en begrip voor mensen met autisme in de samenleving.

Kimmig AS, Burger L, Schall M, Derntl B, Wildgruber D. Impairment of affective and cognitive empathy in high functioning autism is mediated by alterations in emotional reactivity. Sci Rep. 2024 Sep 17;14(1):21662. doi: 10.1038/s41598-024-71825-1. PMID: 39289415; PMCID: PMC11408716.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *