Voor mensen met autisme kan het vermogen om subtiele verschillen waar te nemen enerzijds een voordeel zijn, maar het kan ook uitdagingen met zich meebrengen, zoals problemen met het negeren van irrelevante details en het maken van algemene categorieën. Recent onderzoek richtte zich op het verkennen van deze perceptuele processen bij volwassenen met en zonder ASS, waarbij zowel gedragsmatige als neurale metingen werden gecombineerd.
Het doel van deze studie was om inzicht te krijgen in hoe volwassenen met en zonder ASS omgaan met categorisatie en discriminatie van visuele stimuli. Dit is bijzonder relevant omdat atypische sensorische verwerking een kernkenmerk is van ASS, wat een grote invloed heeft op het dagelijks leven. Door te begrijpen hoe deze processen verschillen tussen neurotypische (NT) en autistische personen, kunnen we beter inspelen op hun specifieke behoeften en strategieën ontwikkelen die hen helpen in hun dagelijks leven en in therapeutische settings.
Categorisatie betekent het groeperen van objecten of ervaringen die op een bepaalde manier vergelijkbaar zijn. Denk aan het herkennen van een appel, een banaan en een sinaasappel als “fruit,” ondanks hun verschillen in vorm en kleur. Dit helpt ons om snel beslissingen te nemen zonder elk object opnieuw te hoeven evalueren.
Discriminatie daarentegen is het vermogen om subtiele verschillen tussen objecten te zien. Bijvoorbeeld, het onderscheiden van een Granny Smith-appel van een Fuji-appel op basis van kleur en vorm.
Voorbeeld: Winkelen in een supermarkt
Neurotypische persoon: Tijdens het winkelen loopt een neurotypische persoon door de groente- en fruitafdeling. Ze zien snel dat de appels, bananen en sinaasappels bij elkaar liggen als fruit. Wanneer ze appels kiezen, kunnen ze makkelijk de verschillende soorten onderscheiden en snel beslissen welke ze willen kopen, zonder te lang stil te staan bij de details van elke appel.
Autistische persoon: Voor iemand met autisme kan dezelfde ervaring uitdagender zijn. Het categoriseren van de appels, bananen en sinaasappels als fruit gaat wellicht goed, maar de overvloed aan keuzes binnen de categorie appels kan overweldigend zijn. Ze kunnen moeite hebben om de irrelevante details te negeren (zoals kleine vlekjes of variaties in kleur), waardoor het moeilijker wordt om een keuze te maken.
Voorbeeld: Herkennen van gezichten
Neurotypische persoon: Bij een sociale bijeenkomst herkent een neurotypische persoon snel bekende gezichten, zelfs als iemand een andere bril draagt of een nieuw kapsel heeft. Ze categoriseren het gezicht als “bekend” en discrimineren subtiele veranderingen zonder moeite.
Autistische persoon: Een autistisch persoon kan moeite hebben met het herkennen van gezichten als er kleine veranderingen zijn, zoals een nieuw kapsel of bril. Ze kunnen de neiging hebben om zich op de details te concentreren en vinden het moeilijker om die veranderingen te negeren, wat het proces van gezichtsherkenning bemoeilijkt.
Voorbeeld: Rijden in het verkeer
Neurotypische persoon: Tijdens het autorijden kan een neurotypische persoon snel verkeersborden herkennen en categoriseren, zoals een stopbord of een snelheidslimietbord. Ze kunnen ook gemakkelijk discrimeren tussen relevante en irrelevante visuele informatie, zoals verschillende soorten voertuigen en voetgangers.
Autistische persoon: Voor iemand met autisme kan autorijden een complexe taak zijn. Hoewel ze verkeersborden kunnen categoriseren, kan het lastig zijn om snel te reageren vanwege de overvloed aan visuele stimuli. Het onderscheiden van relevante van irrelevante informatie kan meer tijd kosten, wat het autorijden stressvoller en veeleisender maakt.
Voorbeeld: Werken in een open kantoorruimte
Neurotypische persoon: In een open kantoorruimte kan een neurotypische werknemer gemakkelijk geluiden en bewegingen in de omgeving negeren en zich concentreren op hun werk. Ze categoriseren de geluiden als achtergrondruis en discrimineren alleen de relevante geluiden, zoals iemand die hun naam roept.
Autistische persoon: Voor een autistische werknemer kan een open kantoorruimte zeer afleidend zijn. Het categoriseren van geluiden als “achtergrond” kan moeilijk zijn, waardoor elk geluid even belangrijk lijkt. Het resultaat is dat ze snel overprikkeld raken door de hoeveelheid sensorische informatie die ze proberen te verwerken.
Het onderzoek
De onderzoekers maakten gebruik van een innovatieve benadering door een combinatie van gedragsmatige taken en frequentiemarkering EEG (FT-EEG) te gebruiken. Het onderzoek werd uitgevoerd met 38 volwassenen met ASS en 38 neurotypische volwassenen. Deelnemers werden eerst getest op hun basale discriminatiegevoeligheid door middel van een gedragsmatige taak en FT-EEG metingen. Vervolgens kregen zij een categorisatietraining waarbij zij stimuli in twee groepen moesten indelen. Na de training werden dezelfde metingen opnieuw uitgevoerd om veranderingen in discriminatiegevoeligheid te beoordelen.
FT-EEG biedt een directe en objectieve maat voor verandering in perceptie zonder dat deelnemers expliciet een taak moeten uitvoeren. Tijdens de training leerden de deelnemers stimuli te categoriseren op basis van vormkenmerken zoals aspect-ratio en kromming. Gedurende de training werd expliciete feedback gegeven om de categorisatie te vergemakkelijken.
Resultaten
Voor de training vertoonden NT-deelnemers direct een categorische afstemming van discriminatie, terwijl ASS-deelnemers een gelijkmatige discriminatiegevoeligheid over de stimuli heen lieten zien. Tijdens de training waren zowel autistische als niet-autistische deelnemers in staat om de stimuli correct te categoriseren, maar ASS-deelnemers waren in het begin minder accuraat en vertoonden meer variabiliteit.
Na de training verbeterde de neurale en gedragsmatige discriminatiegevoeligheid van ASS-deelnemers aanzienlijk over de categorische grens. Deze bevindingen suggereren dat volwassenen met ASS in staat zijn om zeer vergelijkbare stimuli te categoriseren, maar dat categorische afstemming van discriminatiegevoeligheid pas optreedt na expliciete categorisatietraining.
De resultaten tonen aan dat autistische volwassenen categorisatie en discriminatie kunnen leren, maar dat zij hier meer expliciete training voor nodig hebben in vergelijking met NT-volwassenen. Dit ondersteunt de hypothese dat autistische individuen mogelijk een andere leerstijl hebben, waarbij zij meer afhankelijk zijn van gedetailleerde en expliciete instructies. De bevindingen sluiten aan bij de theorie van predictieve codering, die suggereert dat de hersenen van autistische personen minder flexibel zijn in het aanpassen van interne modellen aan sensorische input.
De theorie van predictieve codering stelt dat de hersenen functioneren als een voorspellingsmachine. Ze proberen voortdurend inkomende sensorische informatie te matchen met interne verwachtingen of voorspellingen. Wanneer er een mismatch optreedt tussen verwachting en realiteit, ontstaat een “voorspellingsfout”. Deze fout wordt gebruikt om de interne modellen te actualiseren en de verwachtingen aan te passen. Bij autistische personen wordt verondersteld dat deze voorspellingsfouten met een hogere en inflexibele nauwkeurigheid worden behandeld. Dit betekent dat ze moeite hebben om irrelevante details te negeren en algemene patronen te herkennen, wat leidt tot overgevoeligheid voor sensorische input en problemen met categorisatie. Dit kan bijdragen aan de typische uitdagingen in informatieverwerking die vaak geassocieerd worden met autisme.
Praktische implicaties en overpeinzingen
De bevindingen van dit onderzoek hebben praktische implicaties voor het ondersteunen van autistische personen in dagelijkse situaties en therapeutische omgevingen. Door expliciete en gestructureerde leermethoden te gebruiken, kunnen zij effectiever leren omgaan met sensorische informatie en categorisatie. Dit kan hen helpen om beter te navigeren in complexe en variabele omgevingen, waardoor hun algehele welzijn en functionele onafhankelijkheid wordt verbeterd.
Vraag
Stel dat autistische mensen inderdaad het vermogen ontwikkelen om irrelevante details te negeren en algemene categorieën te vormen zoals neurotypische mensen. Dit zou hen zeker helpen om beter te functioneren in een wereld die vaak overweldigend kan zijn vanwege de vele sensorische prikkels. Echter, er is een cruciale vraag: kunnen zij dit leren zonder hun opmerkelijke vermogen om subtiele verschillen waar te nemen te verliezen?

Antwoord
Het vermogen om subtiele verschillen waar te nemen, kan gezien worden als een tweesnijdend zwaard. Aan de ene kant kan het overweldigend zijn en leiden tot overprikkeling. Aan de andere kant stelt het autistische mensen in staat om details op te merken die anderen missen, wat kan leiden tot bijzondere vaardigheden en talenten, zoals uitzonderlijke nauwkeurigheid, opmerkelijke visuele vaardigheden en een diepe focus op specifieke interesses.
De hersenen zijn plastisch en kunnen zich aanpassen door leren en ervaring. Het is mogelijk dat met gerichte training autistische mensen beter worden in het negeren van irrelevante details en in het vormen van categorieën. Dit betekent echter niet noodzakelijk dat ze hun vermogen om subtiele verschillen waar te nemen volledig zouden verliezen. Het hangt af van hoe de training wordt benaderd. Als de training gericht is op het versterken van zowel categorisatie als detailwaarneming, kunnen ze mogelijk een evenwicht vinden waarin beide vaardigheden behouden blijven.
Een belangrijk aspect is dat de sterke punten van autistische mensen niet alleen voortkomen uit hun manier van informatieverwerking, maar ook uit hun perspectief en manier van denken. Zelfs als ze leren om categorieën beter te vormen, kunnen hun unieke perspectieven en denkstijlen blijven bijdragen aan hun bijzondere capaciteiten.
Conclusie
Samenvattend laat dit onderzoek zien dat volwassenen met ASS, ondanks aanvankelijke uitdagingen, in staat zijn om categorisatievaardigheden te ontwikkelen na expliciete training. Dit benadrukt het belang van gerichte en gestructureerde leermethoden voor autistische individuen. Toekomstig onderzoek zou kunnen onderzoeken hoe deze bevindingen kunnen worden toegepast in verschillende praktische en therapeutische contexten om de levenskwaliteit van autistische personen verder te verbeteren.
Van Overwalle J, Geusens B, Van der Donck S, Boets B, Wagemans J. Discrimination sensitivity of visual shapes sharpens in autistic adults but only after explicit category learning. Mol Autism. 2024 Jun 3;15(1):23. doi: 10.1186/s13229-024-00604-6. PMID: 38831439; PMCID: PMC11149306.