Neurodevelopmental disorders (NDD’s), zoals autisme, ADHD en leerstoornissen (LD), zijn ontwikkelingsstoornissen die van invloed zijn op cognitieve, sociale en motorische vaardigheden. Naar schatting heeft 5 tot 10 procent van de kinderen wereldwijd een NDD. Terwijl de meeste onderzoeken zich traditioneel richten op de cognitieve en gedragsmatige aspecten van NDD’s, wordt er steeds meer aandacht besteed aan hun invloed op de fysieke gezondheid. Een opvallend aspect hiervan is het verband tussen NDD’s en een verhoogd risico op overgewicht of obesitas.
Dit artikel gaat in op de belangrijkste bevindingen van een recent onderzoek waarin gekeken is naar de veranderingen in de body mass index (BMI) van kinderen met NDD’s, vergeleken met hun leeftijdsgenoten zonder deze aandoeningen. De resultaten benadrukken het toenemende risico van obesitas bij kinderen met NDD’s en wat dit betekent voor hun gezondheid op de lange termijn.
De body mass index, of BMI, is een getal dat wordt gebruikt om te bepalen of iemand een gezond gewicht heeft in verhouding tot zijn of haar lengte. De formule om BMI te berekenen is eenvoudig: je neemt het gewicht in kilogrammen en deelt dit door de lengte in meters, in het kwadraat. Bijvoorbeeld, iemand die 70 kilogram weegt en 1,75 meter lang is, zou een BMI van 22,9 hebben.
De BMI is een handige manier om snel te zien of iemand ondergewicht, overgewicht of een gezond gewicht heeft. Over het algemeen geldt:
- Een BMI onder de 18,5 wijst op ondergewicht.
- Een BMI tussen 18,5 en 24,9 wordt als gezond beschouwd.
- Een BMI tussen 25 en 29,9 betekent overgewicht.
- Een BMI van 30 of hoger wijst op obesitas (ernstig overgewicht).
Het is echter belangrijk om te weten dat BMI slechts een ruwe maat is en niet alles zegt over de gezondheid van een persoon. Het houdt bijvoorbeeld geen rekening met spiermassa of de verdeling van vet in het lichaam.
Waarom BMI belangrijk is bij kinderen met NDD’s
De body mass index (BMI) is een maat die vaak wordt gebruikt om te bepalen of een persoon een gezond gewicht heeft in verhouding tot zijn of haar lengte. Een te hoge BMI kan wijzen op overgewicht of obesitas, wat kan leiden tot allerlei gezondheidsproblemen, zoals diabetes type 2, hartziekten en hoge bloeddruk. Bij kinderen is een gezond BMI extra belangrijk omdat overgewicht op jonge leeftijd de kans op obesitas in de volwassenheid aanzienlijk vergroot.
Uit eerdere onderzoeken blijkt dat kinderen met NDD’s, zoals ADHD en autisme, een hoger risico lopen op obesitas. Dit kan te maken hebben met verschillende factoren, waaronder genetische aanleg, het gebruik van bepaalde medicijnen (zoals ADHD-medicatie), en levensstijlgewoonten zoals minder lichaamsbeweging en andere eetpatronen. Dit nieuwe onderzoek werpt echter meer licht op hoe het BMI van kinderen met NDD’s zich ontwikkelt over een langere periode.
Onderzoeksopzet: Hoe werd het onderzoek uitgevoerd?
Het onderzoek, uitgevoerd door Zweedse wetenschappers, maakte gebruik van data uit de Child and Adolescent Twin Study in Sweden (CATSS), een grote studie onder tweelingen. De onderzoekers volgden de BMI-trends van 24.969 kinderen die tussen 1992 en 2010 geboren zijn. Hiervan had 4 procent (1103 kinderen) symptomen van een of meer NDD’s, zoals ADHD, ASD of LD.
De BMI van deze kinderen werd gemeten toen ze 9 of 12 jaar oud waren, en de resultaten werden vergeleken tussen kinderen met en zonder NDD’s over een periode van 16 jaar, van 2004 tot 2020. De BMI-percentielen (de 15e, 50e en 85e percentielen) werden berekend en vergeleken tussen de groepen om te zien hoe het gewicht zich ontwikkelde over de tijd.
BMI bij kinderen met en zonder NDD’s
Uit het onderzoek bleek dat kinderen met NDD’s in het algemeen een hogere BMI hadden dan hun leeftijdsgenoten zonder NDD’s, vooral aan de bovenkant van de BMI-verdeling (het 85e percentiel). Dit betekent dat kinderen met NDD’s niet alleen vaker overgewicht hadden, maar dat het verschil in gewicht tussen kinderen met en zonder NDD’s in de loop der tijd toenam.
De meest significante verschillen werden gevonden bij kinderen met autisme en leerstoornissen. Bij kinderen met ASS was het verschil in BMI het grootst, met een toename van bijna 2,9 punten op het 85e percentiel vergeleken met kinderen zonder NDD’s in de periode 2016-2020. Ook kinderen met leerstoornissen lieten een duidelijke toename in BMI zien. Voor kinderen met ADHD was de toename minder opvallend, hoewel ze nog steeds een hoger risico op overgewicht hadden dan kinderen zonder NDD’s.
Wat betekenen deze resultaten?
De resultaten van dit onderzoek wijzen erop dat kinderen met NDD’s een steeds groter risico lopen op obesitas naarmate ze ouder worden. Dit verhoogde risico kan mogelijk leiden tot serieuze gezondheidsproblemen, zoals hart- en vaatziekten en diabetes, vooral als er geen preventieve maatregelen worden genomen.
De oorzaken van deze verhoogde BMI bij kinderen met NDD’s zijn divers. Ten eerste spelen genetische factoren een rol. Studies hebben aangetoond dat bepaalde genetische varianten die samenhangen met NDD’s ook geassocieerd kunnen worden met een hoger BMI. Daarnaast kunnen medicijnen die vaak worden voorgeschreven aan kinderen met ADHD of andere NDD’s (zoals stimulerende middelen) eetlustveranderingen veroorzaken die tot gewichtstoename leiden.
Een andere belangrijke factor is de levensstijl. Kinderen met NDD’s hebben vaak meer moeite om aan voldoende lichamelijke activiteit te doen. Bijvoorbeeld, kinderen met ASS hebben soms voorkeur voor repeterende activiteiten of schermtijd, wat kan leiden tot een zittend leven. Ook kunnen gedragsproblemen en moeite met het plannen van activiteiten leiden tot een verminderde deelname aan sport of beweging.
Wat kunnen we doen om obesitas te voorkomen?
Gezien het verhoogde risico op obesitas bij kinderen met NDD’s, is het belangrijk om gerichte maatregelen te nemen om gewichtstoename te voorkomen. Dit vereist een multidisciplinaire aanpak waarbij ouders, scholen en zorgverleners samenwerken.
Ten eerste is regelmatige monitoring van het BMI bij kinderen met NDD’s essentieel. Dit kan ouders en artsen helpen om vroegtijdig in te grijpen als er sprake is van overgewicht. Daarnaast kunnen ouders en zorgverleners helpen om gezonde voedingsgewoonten en regelmatige fysieke activiteit te bevorderen. Voor kinderen met NDD’s kan dit extra uitdagend zijn, maar er zijn gespecialiseerde programma’s die ouders kunnen ondersteunen bij het aanleren van gezondere eet- en beweeggewoonten.
Scholen kunnen ook een belangrijke rol spelen door gezonde lunches aan te bieden en kinderen met NDD’s te betrekken bij sport- en bewegingsactiviteiten. Voor kinderen met bijvoorbeeld ASD kan dit betekenen dat er extra aandacht nodig is om hen te helpen zich comfortabel te voelen bij sportactiviteiten.
Tot slot is er een rol weggelegd voor het beleid. Beleidsmakers zouden meer aandacht moeten besteden aan de ontwikkeling van programma’s die obesitas bij kinderen met NDD’s helpen voorkomen, zoals programma’s voor gezinsbegeleiding en subsidies voor gezonde voeding.
Garcia-Argibay M, Lundström S, Cortese S, Larsson H. Trends in Body Mass Index Among Individuals With Neurodevelopmental Disorders. JAMA Netw Open. 2024 Sep 3;7(9):e2431543. doi: 10.1001/jamanetworkopen.2024.31543. PMID: 39230900; PMCID: PMC11375475.