motoriek

Motorische vaardigheden en werkgeheugen bij autisme

Veel mensen denken bij autisme vooral aan sociale en communicatieve uitdagingen, maar motorische problemen komen minstens zo vaak voor. Kinderen met autisme hebben vaak moeite met fijne motoriek (zoals schrijven of knopen dichtmaken) en met grove motoriek (zoals rennen of balvaardigheden)

Een aspect dat hierbij een rol speelt, is het visueel-ruimtelijk werkgeheugen. Dit is het vermogen om visuele informatie tijdelijk vast te houden en te gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan een potje memory: je moet onthouden waar een kaart ligt en deze later koppelen aan een andere. Dit werkgeheugen is essentieel voor veel dagelijkse taken, zoals het volgen van instructies, lezen en schrijven, en zelfs voor bewegingen zoals het gooien van een bal. Maar hoe hangen werkgeheugen en motorische vaardigheden bij autisme precies samen? Een nieuw onderzoek geeft verrassende inzichten.

Motoriek verwijst naar het vermogen om bewegingen uit te voeren en kan worden onderverdeeld in fijne motoriek en grove motoriek.

Grove motoriek omvat grote, globale bewegingen van het lichaam, zoals lopen, springen en zwaaien. Deze bewegingen vereisen de coördinatie van grote spiergroepen in de armen, benen en romp. Grove motorische vaardigheden zijn essentieel voor dagelijkse activiteiten zoals traplopen, fietsen en sporten. Bij kinderen met autisme kunnen er uitdagingen zijn in grove motoriek, wat kan leiden tot problemen met balans, coördinatie en het correct inschatten van bewegingen in de ruimte. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in moeite met touwtjespringen, balvaardigheden of het aanleren van zwembewegingen.

Fijne motoriek daarentegen, betreft kleinere, nauwkeurigere bewegingen die vaak de handen en vingers betreffen. Voorbeelden hiervan zijn schrijven, knippen, kralen rijgen en knoopjes dichtmaken. Deze vaardigheden vereisen een hoge mate van precisie en coördinatie tussen de ogen en handen. Fijne motoriek speelt een cruciale rol in schoolprestaties en dagelijkse bezigheden zoals het vasthouden van een lepel of het bedienen van een touchscreen.

Fijne motoriek, grove motoriek en werkgeheugen: een ander verband dan gedacht

Uit een recent onderzoek blijkt dat bij kinderen met autisme er een sterke relatie is tussen hun visueel-ruimtelijk werkgeheugen en hun fijne motoriek, maar niet met hun grove motoriek. Dit betekent dat kinderen die moeite hebben met werkgeheugen, ook vaker moeite hebben met taken zoals schrijven of het oppakken van kleine voorwerpen. Opvallend genoeg was er geen verband tussen werkgeheugen en vaardigheden zoals rennen of springen.

Waarom dit verschil? Onderzoekers vermoeden dat fijne motorische taken meer afhankelijk zijn van cognitieve controle. Handbewegingen zoals schrijven of tekenen vereisen een voortdurende afstemming tussen wat je ziet en wat je hand doet. Dit vraagt veel van het visueel-ruimtelijk werkgeheugen. Grove motorische vaardigheden daarentegen, zoals rennen of schoppen, zijn meer automatisch en minder afhankelijk van bewuste informatieverwerking.

Waarom is motorische coördinatie zo lastig voor kinderen met autisme?

Een belangrijke oorzaak van motorische problemen bij autisme ligt in de hersenen, met name in het frontopariëtale netwerk. Dit netwerk helpt bij het plannen en coördineren van bewegingen en is bij kinderen met autisme minder efficiënt. Hierdoor kan het lastiger zijn om een beweging uit te voeren die visuele informatie vereist, zoals schrijven of een kraal rijgen.

Daarnaast hebben kinderen met autisme vaak moeite met imitatie en observatieleren. Veel motorische vaardigheden leer je door anderen na te doen, zoals een leraar die voordoet hoe je een letter schrijft. Als het werkgeheugen minder goed functioneert, kan het lastiger zijn om die waargenomen bewegingen op te slaan en later correct uit te voeren.

Wat betekenen deze inzichten voor onderwijs en therapie?

De resultaten van het onderzoek laten zien dat interventies gericht op motorische vaardigheden bij autisme beter kunnen worden afgestemd op de specifieke behoeften van een kind. Hier zijn enkele belangrijke aandachtspunten:

  • Fijne motoriek vraagt extra ondersteuning: Kinderen met autisme kunnen baat hebben bij oefeningen die hun werkgeheugen versterken, zoals herhaalde visuele instructies, duidelijke stap-voor-stap uitleg en hulpmiddelen zoals schrijfhulpen of speciale toetsenborden.
  • Bewegingsactiviteiten moeten gestructureerd zijn: Kinderen met autisme presteren beter wanneer taken een duidelijk begin en einde hebben. Oefeningen zoals “trek een lijn van punt A naar B” kunnen effectiever zijn dan vage opdrachten als “teken iets moois”.
  • Maak gebruik van visuele ondersteuning: Beeldkaarten, filmpjes en andere visuele hulpmiddelen kunnen helpen om motorische taken beter aan te leren en vast te houden in het werkgeheugen.
  • Verwacht geen directe koppeling met grove motoriek: Voor vaardigheden zoals rennen en springen is een andere aanpak nodig, zoals meer herhaling en het stapsgewijs opbouwen van bewegingen.

Dit onderzoek laat zien dat niet alle motorische problemen bij autisme op dezelfde manier ontstaan of aangepakt kunnen worden. Fijne motoriek en werkgeheugen blijken sterk samen te hangen, wat betekent dat therapieën die beide combineren waarschijnlijk het meest effectief zijn. Heb jij ervaring met motorische uitdagingen bij autisme? Laat het weten in de reacties!

Tsujishita S, Nakashima D, Akizuki K, Takeuchi K. Relationship between visuospatial working memory and fine and gross motor skills in children with developmental disabilities: a preliminary study. J Phys Ther Sci. 2025;37(2):95-101. doi:10.1589/jpts.37.95

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *