We kennen allemaal wel iemand die altijd maar doorgaat. Altijd bezig, altijd druk, altijd bereikbaar. Misschien bén je die persoon wel. In onze maatschappij wordt die mentaliteit vaak bewonderd: “Wat een doorzetter!” of “Jij krijgt dingen gedaan!” Maar soms zit er iets giftigs onder dat harde werken. Dat noemen we toxische productiviteit.
Toxische productiviteit is niet hetzelfde als ambitie. Het is een innerlijke drang om altijd maar door te gaan, ook als je lijf of hoofd allang op de rem trapt. Het komt voort uit angst, schuldgevoel of het idee dat je alleen waardevol bent als je presteert. En in tegenstelling tot gezonde motivatie, voel je je na een prestatie niet voldaan, maar… leeg. Alsof je alweer iets nieuws moet bedenken om je dag “de moeite waard” te laten zijn.
Wat begint als toewijding, verandert langzaam in een onzichtende verslaving aan doen, presteren en plannen. Het is sociaal gezien acceptabel – misschien zelfs bewonderenswaardig – maar vanbinnen raakt iemand steeds verder verwijderd van rust, plezier en zingeving.
Waarom juist neurodivergente mensen extra gevoelig kunnen zijn
Voor veel neurodivergente mensen is deze vorm van overpresteren niet alleen een valkuil, maar ook een overlevingsstrategie. Denk aan volwassenen met autisme die geleerd hebben dat ze vooral “goed genoeg” zijn als ze meedraaien in een systeem dat eigenlijk nooit echt voor hen gemaakt is. Of aan mensen met ADHD die door een leven vol kritiek het gevoel hebben gekregen dat ze pas meetellen als ze méér doen dan anderen.
Daar komt nog bij dat perfectionisme en zwart-witdenken (het is goed of het is fout, niets ertussenin) veel voorkomt bij autisme en soms ook bij ADHD. Combineer dat met een hoog verantwoordelijkheidsgevoel of een diepe angst om ‘niet goed genoeg’ te zijn, en je krijgt een cocktail die gevoelig maakt voor toxische productiviteit. Veel mensen in dit patroon herkennen zich in uitspraken als:
- “Als ik niet productief ben, voel ik me nutteloos.”
- “Ik moet mezelf blijven bewijzen, anders ben ik bang dat ik door de mand val.”
- “Ik weet niet wie ik ben als ik niet iets aan het doen ben.”
Ook een vermijdende hechtingsstijl kan meespelen: mensen die van jongs af aan hebben geleerd om emoties te onderdrukken en autonomie te overspelen, gebruiken vaak ‘druk zijn’ als afleidingsmanoeuvre. Blijven rennen = Niet (hoeven) voelen.
Emoties vermijden door drukte
Niemand zit te wachten op nare gevoelens. Angst, verdriet, schaamte of leegte: liever niet, dank je. Maar die emoties verdwijnen niet vanzelf. Je kan ze wel tijdelijk overstemmen – en één van de populairste manieren om dat te doen is… productief zijn.
Drukte geeft een gevoel van controle. Een volle agenda laat je belangrijk voelen. En als je bezig bent, hoef je tenminste niet te voelen wat eronder zit. Wat je níet doet, is stilstaan bij vragen als:
- Ben ik eigenlijk gelukkig?
- Wat mis ik?
- Wat vermijd ik?
Het probleem is dat deze vermijding uiteindelijk averechts werkt. Je komt in een soort mentaal hamsterwiel terecht waarin je steeds harder rent om gevoelens voor te blijven. Maar die gevoelens wachten geduldig tot je stilvalt. En als dat moment eindelijk komt – op vakantie, in het weekend of ’s avonds op de bank – komt de spanning als een boemerang terug. En dan? Alcohol? Televisie? Gamen? Alles wat dempt wordt omarmd.
Van prestatiedrang naar burn-out: Het sluipende gevaar
Toxische productiviteit begint zelden heftig. Vaak begint het met ‘even wat extra doen’, ‘een uurtje doorwerken’, of ‘een paar taken erbij nemen’. Maar het gevaar is dat je het normaal gaat vinden. En dan ga je de signalen van overbelasting negeren: vermoeidheid, hoofdpijn, prikkelbaarheid, concentratieproblemen. Ach, een echte bikkel zeurt daar niet over…
Tot je lichaam op de rem trapt. Of je hoofd. Burn-out is geen teken van zwakte, maar van te lang sterk zijn voor het verkeerde. Mensen met burn-out door toxische productiviteit zeggen achteraf vaak:
- “Ik had al maanden geen echte rust meer gevoeld.”
- “Zelfs leuke dingen gaven me geen energie meer.”
- “Ik wist niet meer wat ik zélf wilde.”
De grootste valkuil? Dat je denkt dat het pas erg genoeg is om te stoppen als je volledig instort. Terwijl het juist daarom belangrijk is om eerder in te grijpen.
Vergelijken met anderen: Hoe social media olie op het vuur gooit
Je kent het wel: even scrollen op Instagram en je ziet de een na de ander die zijn boek af heeft, marathons loopt, een perfect huishouden met drie pubers runt en ook nog een bedrijf opstart. En jij… zit in je pyjama, moe en zonder puf. Faal…!
Sociale vergelijking is menselijk. Maar platforms als LinkedIn en Instagram maken het makkelijk om alleen de hoogtepunten van anderen te zien – een constante stroom van “kijk mij eens”. Die vergelijking is niet eerlijk, maar voelt wel echt. En hoe meer we onszelf vergelijken, hoe vaker we denken dat we achterlopen.
Voor neurodivergente mensen kan dit extra hard aankomen. Zeker als ze het gevoel hebben al vaker buiten de norm te vallen. Dan wordt het verlangen om te ‘bewijzen dat je meetelt’ nog sterker. En dat drijft je nóg harder richting overbelasting.
Hoe je weer kunt leven vanuit je waarden
Hoe kom je uit deze molen van moeten, presteren en voldoen? Door jezelf een andere vraag te stellen.
Niet: Wat moet ik vandaag allemaal doen?
Maar: Wat is écht belangrijk voor mij?
In Acceptance and Commitment Therapy (ACT) wordt gewerkt met het idee van waarden: levensrichtingen die je belangrijk vindt, los van prestaties of succes. Waarden zijn geen doelen (‘ik wil een boek schrijven’) maar richtingen (‘ik wil mijn creativiteit uiten’).
Leven vanuit je waarden betekent dat je keuzes maakt die passen bij wie je wilt zijn – niet bij wat anderen van je verwachten. Dat zorgt voor meer veerkracht, balans en voldoening in onze korte en eenmalige levens.
Voorbeeld: Als ‘verbinding’ een belangrijke waarde voor je is, dan is een avond met een goede vriend(in) misschien waardevoller dan een extra uur werken aan dat project. Ook al lijkt dat project op papier belangrijker.
Praktische oefening: Jouw waarden als leidraad
Wil je weten of je leeft naar je waarden of naar verwachtingen? Doe dan deze oefening in drie stappen:
Stap 1: Kies je top-3 waarden
Bijvoorbeeld: vrijheid, verbinding, rechtvaardigheid, creativiteit, rust. Vraag jezelf: Waar wil ik dat mijn leven over gaat? Wat zou ik belangrijk vinden als niemand me zou beoordelen?
Stap 2: Kijk terug op je week
Pak je agenda of denk terug aan de afgelopen zeven dagen. Waar ging je tijd naartoe? Past dat bij de waarden die je net hebt gekozen? Of zie je vooral ‘moetjes’, afspraken die je leeg trokken of doelen die anderen belangrijk vonden?
Stap 3: Maak een micro-aanpassing
Kies één activiteit die je volgende week kunt schrappen of vervangen door iets wat wél past bij jouw waarden. Bijvoorbeeld: in plaats van nog een klus aannemen, tijd vrijmaken voor je favoriete hobby of gewoon niks doen – en daar bewust voor kiezen.
Deze kleine stapjes helpen je om het roer voorzichtig maar beslist om te gooien.
In het kort
- Toxische productiviteit lijkt op ambitie, maar put je op lange termijn uit.
- Voor veel neurodivergente mensen is het een manier om gevoelens, verwachtingen of onzekerheden te vermijden.
- Rust nemen is geen luxe, maar noodzaak.
- Je bent méér dan je prestaties.
- Leven naar je waarden geeft richting, zelfs als je minder ‘doet’.