Filosofie en neurodiversiteit: Absurdisme

“Wat is de zin van het leven?” Het is een vraag die we allemaal wel eens stellen. Maar stel nou dat er geen antwoord is? Geen hogere bedoeling, geen kosmisch plan, geen diepere reden waarom jij hier bent?

Voor de Franse denker Albert Camus, grondlegger van het absurdisme, was dat geen reden voor wanhoop, maar juist een uitnodiging. In plaats van zin zoeken die er misschien niet is, kun je kiezen om te leven ondanks het zinloze. En daar zit vrijheid in.

Voor neurodivergente mensen – die zich vaak buiten het systeem voelen staan, die worstelen met logica die ze niet begrijpen of verwachtingen die ze niet kunnen volgen (of inlossen) – is die gedachte soms verrassend herkenbaar. Je kunt proberen mee te doen aan een wereld die absurd voelt, of je kunt het absurde onder ogen zien en je eigen weg vinden. Dat klinkt misschien somber, maar het kan juist lucht geven.

Wat is het absurde? En waarom voelt het soms zo herkenbaar?

Volgens Camus ontstaat het absurde uit een botsing: de mens verlangt naar betekenis, maar de wereld zwijgt. Er is geen handleiding, geen kosmisch draaiboek, geen garantie dat iets ‘klopt’. Die tegenstelling – tussen onze hunkering naar duidelijkheid en de onverschilligheid van de wereld – dát is het absurde.

Voor neurodivergente mensen is dat vaak geen abstract idee, maar dagelijkse ervaring. Je doet je best om ‘normaal’ te zijn, maar de regels zijn te abstract. Je stelt eerlijke vragen, maar krijgt geen antwoord. Je leeft in een wereld die zegt: “wees jezelf!” en vervolgens: “maar wel op deze (onze) manier.”

Het absurde zit in dat dubbele. En waar anderen daar misschien overheen leven, kunnen neurodivergente mensen dat juist vlijmscherp aanvoelen. De wereld is vol sociale scripts, impliciete codes en dubbelzinnige verwachtingen. En als je die niet automatisch volgt, voelt het bestaan soms als een toneelstuk waarvan jij het script niet gekregen hebt. Absurd dus. Maar wat dan?

Sisyphus als metafoor voor neurodiversiteit

Het bekendste beeld uit Camus’ werk is dat van Sisyphus: de man die door de goden werd veroordeeld om voor eeuwig een rotsblok de berg op te duwen, dat steeds weer terug rolt. Voor Camus symboliseert dit ons bestaan. Het is vermoeiend, zinloos en eindeloos herhalend. En tóch zegt hij:

“Men moet zich Sisyphus als een gelukkig mens voorstellen.”

Waarom? Omdat Sisyphus weet dat er geen hoger doel is. En toch doet hij het. Niet uit dwang, maar omdat hij kiest om door te gaan. Daarmee wordt hij een symbool van menselijke waardigheid.

Voor veel neurodivergente mensen is dat herkenbaar. Elke dag opnieuw opstaan. Weer proberen om structuur te vinden. Weer uitleggen wat voor jou vanzelfsprekend is. Weer energie steken in comlexe sociale situaties die je leegzuigen. Dezelfde rots, dezelfde helling. En tóch doorgaan. Niet omdat het moet. Maar omdat jij er bent. En dat genoeg is.

Zinloos betekent niet waardeloos

Absurdisme zegt niet dat alles zinloos is. Alleen dat er geen objectieve betekenis is. Geen goddelijke bedoeling, geen universeel plan. Maar dat betekent niet dat je niets kunt doen. Integendeel: het opent de deur naar eigen betekenisgeving.

Als er geen hoger doel is, dan mag jij zelf kiezen wat waardevol is. Voor de één is dat kunst. Voor een ander is het rust. Of een plant water geven. Of een blog schrijven. Of de kat aaien. Of de kat negeren.

Juist voor neurodivergente mensen – die vaak horen dat wat ze doen ‘niet nuttig’ is – is dat bevrijdend. Je hoeft je leven niet te verantwoorden. Het mag betekenis hebben omdat jij dat zo voelt. Niet omdat het in een checklist past. Camus noemt dat een vorm van vrijheid: leven zonder illusie, maar met volle aandacht.

Rebelleer! Hoe je kunt leven met het absurde

Wat doe je dan met het absurde? Volgens Camus is de enige eerlijke reactie: rebellie. Niet met vuisten of protestborden (al mag dat laatste ook), maar een innerlijke opstand. Je weigert mee te doen aan het toneelstuk. Je kiest voor helderheid. Voor trouw aan jezelf. In de praktijk kan dat er zo uitzien:

  • Je stopt met maskeren op je werk, ook als dat je ‘raar’ maakt.
  • Je maakt kunst die nergens op slaat, maar jou vreugde geeft.
  • Je zegt nee tegen ‘zo hoort het’, en ja tegen ‘zo voelt het goed’.

Absurd leven is niet cynisch. Het is moedig. Je weet dat je geen antwoorden krijgt, en toch blijf je vragen stellen. Je weet dat perfectie onhaalbaar is, en toch blijf je proberen. Rebellie is: doorleven zonder garanties. En dát maakt het betekenisvol.

Wim T. Schippers en het absurdisme in Nederland

In Nederland had het absurdisme jarenlang een eigen stem: Wim T. Schippers. Kunstenaar, programmamaker, stem van Ernie en bedenker van de Pindakaasvloer. Zijn werk lijkt op het eerste gezicht zinloos, kinderachtig of zelfs irritant – en precies daarin zit de kracht.

Schippers hield de kijker een spiegel voor: waarom vinden we iets pas waardevol als het serieus is? Waarom moet alles nut hebben? Zijn absurdistische aanpak – van poepgrappen in kunstgaleries tot dwaze dialogen in Ronflonflon en We zijn weer thuis – haalt de logica uit het systeem. En dat resoneert met veel neurodivergente mensen, die van jongs af aan het gevoel hebben dat de regels van de wereld arbitrair zijn.

Net als Camus dwingt Schippers je om opnieuw te kijken. Om te lachen. Om te zeggen: misschien is dit ook gewoon leven. En dat is genoeg.

De valkuilen van het absurde

Natuurlijk is absurdistisch denken niet voor iedereen helpend. Voor mensen die worstelen met depressie, suïcidale gedachten of chronische uitputting, kan de gedachte dat ‘het allemaal geen zin heeft’ juist zwaar vallen. Camus was zich daarvan bewust. Hij schreef:

“De enige serieuze filosofische vraag is of het leven de moeite waard is.”

Maar zijn antwoord was: ja. Niet omdat het makkelijk is. Maar omdat het jouw leven is. En dat is een reden om ermee door te gaan. Toch is het belangrijk om kritisch te blijven. Niet alles wat Camus schrijft is toepasbaar op situaties waarin mentale of lichamelijke uitputting overheerst. Zin zoeken mag. Steun zoeken ook. Absurdisme biedt een perspectief. Geen oplossing. En soms heb je eerst stabiliteit nodig voordat je kunt reflecteren op zinloosheid.

Mini-revoluties: Zo kun je het absurde omarmen

Er is geen ‘absurdistisch stappenplan’. Maar je kunt wél spelen met het idee. Een paar voorbeelden:

  • Zet je wekker niet op een rond getal. Gewoon omdat het kan.
  • Doe iets totaal nutteloos. Een uur lang. Zonder schuldgevoel.
  • Schrijf een brief aan jezelf in een taal die niet bestaat.
  • Reageer op de vraag ‘wat doe je in het dagelijks leven?’ met: “Ik duw een steen omhoog.”

Het absurde geeft je toestemming om jezelf niet te serieus te nemen, zonder jezelf te ontkennen. Het nodigt uit tot speelsheid, tot zachtheid, tot dwarsheid. En dat zijn precies de kwaliteiten die het leven draaglijk maken.

In het kort

  • Absurdisme stelt: de wereld heeft geen vaststaande betekenis – en toch kun je blijven leven.
  • Voor neurodivergente mensen kan het troostrijk zijn om te erkennen dat veel dingen geen logica hebben.
  • Je hoeft het leven niet ‘goed’ te doen – alleen maar bewust te leven.
  • Camus’ Sisyphus is een symbool van waardigheid in een onzinnige wereld.
  • Kunstenaars als Wim T. Schippers laten zien dat het absurde ook speels en bevrijdend kan zijn.
  • Zinloosheid is niet het einde van betekenis, maar het begin van vrijheid.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *