Waarom zoveel jongvolwassenen vastlopen

“Je hoeft maar even op Instagram, Facebook of Linkedin te kijken om te zien hoe goed het met iedereen gaat.” Nieuwe banen, verre reizen, ondanks de woningnood tóch een fijn huis, gezonde ontbijtbordjes en jubelende berichten over samenwonen of trouwen – het lijkt alsof jongvolwassenen massaal hun leven op de rails hebben.

Maar achter de schermen (of de beeldschermen…) ziet de werkelijkheid er vaak heel anders uit. Veel twintigers en dertigers voelen zich niet succesvol, maar juist onzeker, uitgeput en vastgelopen. Ze weten niet goed wat ze willen, durven geen grote stappen te zetten of schamen zich dat ze nog thuis wonen of geen vaste baan hebben.

Volgens psycholoog en oudercoach Dr. Robert J. Greene (auteur van 10 Days to a Less Defiant Child) ligt de oorzaak niet in luiheid of gebrek aan ambitie, maar in angst. Angst om te falen, angst om niet goed genoeg te zijn, angst om niet te kunnen voldoen aan de torenhoge verwachtingen van de maatschappij – of van henzelf.

Social media versterken dat gevoel. We vergelijken onszelf voortdurend met zorgvuldig gefilterde succesverhalen, terwijl we onze eigen onzekerheden van dichtbij meemaken. Zo lijkt iedereen “verder” dan jij – en dat gevoel van achterlopen kan verlammend werken.

Angst, niet onwil

Veel ouders herkennen het beeld: een volwassen kind dat thuis blijft wonen, weinig initiatief toont of steeds nieuwe plannen maakt maar niets uitvoert. “Hij wil niet”, denken ze dan. Of: “Ze moet gewoon een schop onder haar kont krijgen.”

Toch is dat meestal onterecht. Onder het uitstelgedrag schuilt zelden onwil – het is vaak angst. Angst om te falen, om teleur te stellen of om overweldigd te raken door de chaos van het volwassen leven.

Dat geldt niet alleen voor jonge mensen zonder diagnose, maar zeker ook voor neurodivergente jongeren en jongvolwassenen – bijvoorbeeld met autisme of ADHD. Hun brein werkt anders, waardoor ze sneller overprikkeld raken, moeite hebben met plannen of lastiger kunnen omgaan met druk en verwachtingen. Voor hen kan de stap naar ‘volwassenheid’ voelen als een klif: te hoog, te breed, te onzeker.

Wat van buitenaf passiviteit lijkt, is in werkelijkheid vaak verlamming. De angst is zo groot dat zelfs kleine stappen – een sollicitatie sturen, bellen met een zorgverlener, of een opleiding hervatten – voelen als het beklimmen van een berg.

Drie hardnekkige overtuigingen die groei blokkeren

“Ik loop achter, het is te laat”

De eerste valkuil is het idee dat je achterloopt.
Veel jongvolwassenen vergelijken zichzelf met leeftijdsgenoten die wél lijken te “scoren”: diploma’s, relaties, banen, huizen. Ze denken: “Zij hebben hun leven op orde, ik niet. Ik heb gefaald.”

Die gedachte maakt elke poging tot verandering zinloos. Waarom nog solliciteren, als je toch nooit “inhaalt”?

James, 24, schaamt zich omdat hij nog geen vaste baan heeft. Elke vacature voelt als een confrontatie met zijn “tekortkomingen”. Hij denkt: “Iedereen is verder dan ik.” Maar dat klopt niet. Levenslopen zijn geen wedstrijd. Toch blijft dat gevoel knagen – en zolang hij zich vergelijkt, komt hij niet in beweging.

Wat helpt: herinner jezelf (of je kind) eraan dat groei geen rechte lijn is. Iedereen kent omwegen, pauzes, onverwachte afslagen. In Finland is het bijvoorbeeld heel normaal dat studenten pas op hun 25e afstuderen. Waarom zou dat hier niet mogen?

“Als ik faal, weten anderen dat ik niet goed genoeg ben”

De tweede overtuiging gaat over faalangst.
Veel jonge mensen – zeker de perfectionistische – vermijden actie omdat falen voelt als bewijs van persoonlijke waardeloosheid. Ze denken: “Als ik het probeer en het mislukt, dan ziet iedereen dat ik niet goed genoeg ben.”

Marissa is 26. Ze wil graag weer gaan studeren, maar schrijft zich nooit in. Eén slecht cijfer zou volgens haar “alles verpesten”. Dus doet ze niets – en bevestigt ze onbewust haar angst.

Wat helpt: leg de nadruk op proces in plaats van resultaat. Succes is niet het ontbreken van fouten, maar het vermogen om dóór te gaan ondanks fouten. Kleine stappen zijn waardevol. Complimenteer niet alleen eindresultaten, maar ook de moed om iets te proberen.

In de psychologie noemen we dit een groeimindset: de overtuiging dat je vaardigheden kunt ontwikkelen, in plaats van te geloven dat ze vaststaan. Wie fouten ziet als leermomenten, durft meer – en groeit sneller.

“Het echte leven is te overweldigend voor mij”

De derde overtuiging is misschien wel de krachtigste: het idee dat je het leven niet aankan.
De wereld voelt onvoorspelbaar, bureaucratisch en veeleisend. De hoeveelheid keuzes en prikkels kan verlammend werken – zeker bij mensen die gevoelig zijn voor overprikkeling of besluitstress.

De dertiger Sean werkt al jaren in een eenvoudige baan. Niet omdat hij dat leuk vindt, maar omdat de gedachte aan sollicitaties, gesprekken en nieuwe routines hem letterlijk paniek bezorgt. “Waarom zou ik mezelf die stress aandoen?” zegt hij.

Het probleem: door te blijven vermijden, groeit de angst alleen maar. Wat eerst een heuveltje was, wordt een berg.

Wat helpt: verklein de stap. Niet: “Ik moet een nieuwe baan vinden”, maar: “Vandaag zoek ik één vacature op.” Of: “Ik vraag één vriend om mee te denken.” Elke kleine handeling is vooruitgang – en het bewijs dat de berg misschien minder steil is dan gedacht.

De rol van ouders en omgeving

Ouders spelen hierin vaak een cruciale rol.
Uit liefde willen ze helpen, maar onbedoeld vergroten ze de druk. Zinnen als “Je moet gewoon even doorzetten” of “Je bent slim, dus wat houdt je tegen?” klinken bemoedigend, maar wekken vaak schaamte of weerstand op.

Wat beter werkt: geduld, erkenning en realistische verwachtingen. Een jongvolwassene die bang is om te falen, heeft geen coach nodig die tempo maakt, maar een anker dat rust brengt. Greene adviseert ouders om te praten vanuit steun in plaats van sturing. Zeg bijvoorbeeld:

  • “Ik zie dat je het moeilijk vindt, maar je doet je best.”
  • “Je hoeft het niet allemaal nu te weten.”
  • “Elke kleine stap telt.”

Dat verandert de sfeer van kritiek naar vertrouwen. En vertrouwen is precies wat angstgedreven jongeren nodig hebben om in beweging te komen.

Ook buiten het gezin kan meer begrip helpen. In Nederland en België wordt “tijd nemen” vaak nog gezien als luiheid of gebrek aan ambitie. Maar voor veel jongeren – zeker neurodivergente – is het een vorm van zelfbescherming. Een samenleving die tempo respecteert in plaats van oplegt, helpt hen om juist wél stappen te durven zetten.

Van verlamming naar beweging

De sleutel ligt in een nieuw verhaal over groei. Niet: “Ik moet presteren om iets waard te zijn,” maar: “Ik mag leren, proberen, falen en opnieuw beginnen.”

Een jongere die denkt “Misschien kan ik het wél” zet onbewust een groot proces in gang. Dat ene “misschien” is hoop – en hoop is de motor van verandering.

Het helpt om een nieuw innerlijk script te oefenen, zoals Greene voorstelt:

  • “Kleine stappen zijn óók vooruitgang.”
  • “Ik groei, ook al zie ik het nog niet.”
  • “Het is oké om het nog niet te weten.”

Psychologisch onderzoek bevestigt dit: positieve zelfspraak en mildheid activeren hetzelfde motivatiecentrum in het brein als externe beloning. Met andere woorden: jezelf aanmoedigen werkt echt.

Ouders, vrienden en begeleiders kunnen dit versterken door hetzelfde te doen. Niet pushen, maar spiegelen wat goed gaat. Niet oordelen, maar luisteren.

Tot slot

Deze generatie jongvolwassenen leeft in een tijd van voortdurende vergelijking, prestatiedruk en onzekerheid. Dat is geen zwaktebod, maar een symptoom van een wereld waarin het tempo vaak hoger ligt dan het brein aankan.

Of iemand nu neurodivergent is of niet: angst maakt stil, niet koppig. Achter “niks doen” schuilt vaak paniek, niet gemakzucht.

De uitdaging voor ouders, hulpverleners en de samenleving is om ruimte te maken voor langzaam groeien. Want pas als angst minder hoeft te schreeuwen, kan motivatie weer fluisteren:
Misschien ben ik wél in staat om vooruit te gaan.

Greene, R. J. (z.j.). Three Lies That Hold Back Young Adults (and How Parents Can Help Psychology Today.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *