Een recente studie heeft aangetoond dat de samenstelling van de urinemicrobiome significant kan verschillen tussen kinderen met ADHD en gezonde kinderen. Deze bevinding opent de deur naar de ontwikkeling van urinemicrobiome als een mogelijke biomarker voor ADHD bij kinderen.
Hoewel ADHD meestal wordt gediagnosticeerd aan de hand van gedragsobservaties en vragenlijsten, is er groeiende belangstelling voor het vinden van objectieve biomarkers voor deze aandoening.
Recent onderzoek heeft zich gericht op de rol van de microbiome van het menselijk lichaam bij het ontstaan van verschillende gezondheidsproblemen, waaronder psychische aandoeningen. De microbiota-gut-brain axis, die de communicatie tussen de darmmicrobiota en het centrale zenuwstelsel reguleert, is het onderwerp van uitgebreid onderzoek geworden.
In deze nieuwe studie hebben onderzoekers gekeken naar de urinemicrobiome, ook wel de urobiome genoemd, als potentiële biomarker voor ADHD bij kinderen. Ze analyseerden urine monsters van jongens met ADHD en gezonde jongens en ontdekten opvallende verschillen in de samenstelling van de urobiome tussen de twee groepen.
Het veelvoorkomend misverstand dat urine volledig steriel is, is waarschijnlijk ontstaan doordat urine doorgaans geen grote concentraties schadelijke bacteriën bevat zoals je die in bijvoorbeeld ontlasting aantreft. In medische omgevingen wordt urine soms als “steriel” beschouwd voor bepaalde toepassingen, zoals bij urinemonsters voor laboratoriumonderzoek. Dit betekent echter niet dat er absoluut geen micro-organismen aanwezig zijn, maar eerder dat het aantal micro-organismen doorgaans laag genoeg is om als “niet-infectieus” te worden beschouwd.
Micro-organismen in urine kunnen afkomstig zijn uit verschillende delen van het urinewegstelsel of zelfs uit andere delen van het lichaam.
De resultaten toonden aan dat de jongens met ADHD een verminderde diversiteit hadden in hun urinemicrobiome in vergelijking met de gezonde jongens. Dit betekent dat er minder verschillende soorten bacteriën aanwezig waren in de urine van de ADHD-groep. Bovendien waren er significante verschillen in de samenstelling van de urobiome tussen de twee groepen.
Opvallend was dat bepaalde bacteriën en micro-organismen in verhoogde of verlaagde niveaus werden aangetroffen in de ADHD-groep in vergelijking met de controlegroep. Zo waren de phyla Firmicutes en Actinobacteriota, evenals de genera Ralstonia en Afipia, relatief overvloediger in de ADHD-groep. Aan de andere kant waren het phylum Proteobacteria en de genera Corynebacterium en Peptoniphilus overvloediger in de controle- (niet ADHD-)groep.
Bovendien toonde de studie aan dat het genus Afipia significante correlaties vertoonde met scores op gedragsbeoordelingsschalen die gerelateerd zijn aan ADHD-symptomen.
Deze bevindingen suggereren dat de urine microbiome mogelijk een bruikbare biomarker kan zijn voor ADHD bij kinderen. Het feit dat urinemonsters gemakkelijker te verzamelen zijn dan fecesmonsters maakt dit een aantrekkelijke optie voor toekomstig onderzoek.
Hoewel deze studie een veelbelovende eerste stap is, zijn er enkele beperkingen, zoals het kleine aantal deelnemers en het gebrek aan leeftijdsgematchte controlegroepen. Meer onderzoek is nodig om de rol van de urobiome als biomarker verder te begrijpen en te valideren.
In de toekomst kunnen urinemicrobiome analyses mogelijk worden opgenomen in het diagnostische proces van ADHD, wat kan leiden tot snellere en nauwkeurigere diagnoses.
Cho YJ, Shin B, Lee SH, Park S, Kim YK, Kim JJ, Kim E. Altered Urine Microbiome in Male Children and Adolescents with Attention-Deficit Hyperactivity Disorder. Microorganisms. 2023 Aug 11;11(8):2063. doi: 10.3390/microorganisms11082063. PMID: 37630623; PMCID: PMC10458914.