Autisme wordt vaak pas op jonge leeftijd gediagnosticeerd wanneer sociale, communicatieve en gedragsproblemen duidelijker naar voren komen. Toch zijn er vroege tekenen die kunnen wijzen op een verhoogd risico op autisme, waaronder problemen rond voeding. Dit artikel verkent de vroege voedingsproblemen bij kinderen met ASS, hoe deze kunnen helpen bij een vroegtijdige diagnose en wat ouders en zorgverleners moeten weten om afwijkende voedingspatronen te herkennen.
Normale voedingsontwikkeling bij kinderen
De meeste baby’s ontwikkelen voedingsvaardigheden volgens vaste patronen. Bij een pasgeboren baby horen bijvoorbeeld het openen van de mond en het zoeken naar de tepel of fles tot de normale signalen van honger. Naarmate kinderen ouder worden, ontwikkelen ze steeds meer vaardigheden zoals het vastpakken van lepels, het tonen van interesse in nieuw voedsel en uiteindelijk zelfstandig eten.
Tussen de leeftijd van drie en zes maanden beginnen kinderen te grinniken als ze honger hebben en duwen ze voedsel of flessen weg wanneer ze verzadigd zijn. Deze subtiele signalen zijn cruciaal in de ontwikkeling van gezonde eetgewoonten.
Leeftijd | Hongersignalen | Verzadigingssignalen |
---|---|---|
0-3 maanden | Zoeken naar de tepel, zuigreflex | Loslaten van de borst/fles |
3-6 maanden | Mond openen, tongbewegingen | Voedsel wegduwen, stoppen met zuigen |
6-9 maanden | Actief zoeken naar voedsel, naar voren leunen | Hoofd wegdraaien, interesse verliezen |
9-12 maanden | Voedsel aanwijzen, gebruik van handen | Eten langzamer, voedsel wegduwen |
1-2 jaar | Woorden en gebaren gebruiken om honger te tonen | Spelen met voedsel, weg van de tafel lopen |
De tabel laat zien hoe voedingsvaardigheden zich normaal ontwikkelen. Afwijkingen van deze patronen kunnen een teken zijn van ontwikkelingsproblemen, waaronder autisme.
Vroege voedingsproblemen bij autisme
Bij kinderen met autisme worden vaak afwijkende voedingspatronen waargenomen. Deze kunnen zich al in de eerste maanden van het leven manifesteren. Problemen zoals een korte duur van de borstvoeding, moeite met de overgang naar vaste voeding, en selectief eetgedrag komen vaak voor. Deze voedingsproblemen kunnen een belangrijke indicatie zijn voor autisme, maar worden soms niet als zodanig herkend.
Kinderen met autisme hebben vaak moeite met het accepteren van nieuw voedsel of veranderingen in de textuur, smaak of zelfs de temperatuur van voedsel. Het weigeren van vast voedsel of het ontwikkelen van sterke voorkeuren voor specifieke voedingsmiddelen komt vaak voor. Zo kan een kind bijvoorbeeld alleen zacht voedsel zoals gepureerd fruit of vloeibare maaltijden accepteren, terwijl vast voedsel zoals brood en groenten wordt vermeden.
Deze voedingsproblemen worden vaak veroorzaakt door sensorische gevoeligheden, wat betekent dat bepaalde geuren, texturen of smaken overweldigend kunnen zijn voor het kind. Dit leidt tot voedselweigering en een beperkt dieet, wat op de lange termijn kan zorgen voor voedingstekorten.
Herkennen van atypische voedingspatronen
Het is belangrijk voor ouders en zorgverleners om vroegtijdig aandacht te besteden aan voedingsproblemen, omdat deze een eerste aanwijzing kunnen zijn voor ASS. Wanneer een baby bijvoorbeeld moeite heeft met borstvoeding of vroegtijdig de fles laat vallen, kan dit een teken zijn van een motorische of sensorische beperking.
Daarnaast kan voedselweigering tijdens de introductie van vaste voeding of een uitgesproken voorkeur voor bepaalde texturen ook een aanwijzing zijn. Kinderen met autisme ontwikkelen vaak een zeer beperkt voedingspatroon en kunnen bijvoorbeeld alleen droge of juist heel zachte voedingsmiddelen eten.
Hoewel dergelijke voedingsproblemen niet exclusief voor autisme zijn, kunnen ze in combinatie met andere ontwikkelingsproblemen wijzen op de noodzaak van verder onderzoek naar autisme.
De invloed van ouders op voeding
Ouders spelen een belangrijke rol in de voedingsontwikkeling van hun kinderen, vooral wanneer voedingsproblemen zich voordoen. Ouders van kinderen met autisme rapporteren vaak dat ze moeite hebben om een gezond en gevarieerd dieet voor hun kind te handhaven. Ze merken dat hun kind kieskeurig is en bepaalde voedingsmiddelen weigert zonder duidelijke reden.
Ouderlijk gedrag kan de voedingsproblemen van het kind echter versterken. Wanneer ouders zich zorgen maken over de voedingsinname van hun kind, kan dit leiden tot dwangmatig voeden of het aanbieden van voedsel dat het kind al gewend is, wat op de lange termijn de diversiteit van het dieet verder beperkt.
Hormonen en de regulering van honger en verzadiging bij autisme
Bij kinderen met autisme lijkt er ook sprake te zijn van een verstoorde regulering van honger en verzadiging, mogelijk als gevolg van hormonale onbalans. Twee hormonen spelen hierbij een belangrijke rol: ghreline, dat de eetlust stimuleert, en leptine, dat de verzadiging reguleert. Onderzoek wijst uit dat kinderen met autisme vaak afwijkende niveaus van deze hormonen hebben, wat kan bijdragen aan problemen met eetlustregulatie en overeten.
Bij sommige kinderen met autisme wordt bijvoorbeeld waargenomen dat ze weinig verzadiging voelen, waardoor ze constant lijken te willen eten. Dit kan zorgen voor ongezonde eetgewoonten en obesitas, wat weer andere gezondheidsproblemen kan veroorzaken.
Castro K, Frye RE, Silva E, Vasconcelos C, Hoffmann L, Riesgo R, Vaz J. Feeding-Related Early Signs of Autism Spectrum Disorder: A Narrative Review. J Pers Med. 2024 Aug 2;14(8):823. doi: 10.3390/jpm14080823. PMID: 39202014; PMCID: PMC11355084.