Leven als neurodivergent persoon in een maatschappij die is ingericht op neurotypische normen kan voelen als een constante strijd. Je probeert je best te doen, je aan te passen, de draad vast te houden – en toch lijkt het vaak alsof je achterblijft. Dat is niet omdat er iets mis is met jou. Het ligt niet aan luiheid, gebrek aan motivatie of ‘te weinig veerkracht’. Jouw brein werkt anders. En dat vraagt om een andere balans tussen inspanning en herstel.
Toch wordt die andere balans zelden erkend. In plaats daarvan hoor je steeds weer dat je ‘gewoon moet leren omgaan met prikkels’, ‘beter moet plannen’ of ‘wat flexibeler moet zijn’. Die constante druk om je aan te passen aan wat anderen normaal vinden, kan ervoor zorgen dat je uiteindelijk gelooft dat jij het probleem bent. Je bent te veel. Of juist niet genoeg. Je doet het nooit goed.
Deze overtuigingen sluipen erin zonder dat je het merkt. Een afwijzing hier, een ongemakkelijke situatie daar – en langzaam ontstaat er een verhaal in je hoofd over wie je bent. En dat verhaal is vaak allesbehalve vriendelijk.
Wat is narratieve therapie eigenlijk?
Narratieve therapie is een vorm van psychotherapie die zich niet richt op wat er ‘mis’ is met jou, maar op de verhalen die jij over jezelf bent gaan geloven. Het idee is simpel, maar krachtig: we geven betekenis aan gebeurtenissen in ons leven door er verhalen van te maken. En die verhalen bepalen hoe we onszelf zien.
In tegenstelling tot veel andere therapievormen zie je de therapeut bij narratieve therapie niet als een expert die jou moet ‘repareren’. Jij bent de expert van je eigen leven. Jij kent de context, de details, de nuances. De therapeut helpt je om je verhalen te onderzoeken, te bevragen en – als het nodig is – te herschrijven.
Narratieve therapie draait om taal, betekenis en perspectief. Niet: “Waarom ben ik zo moeilijk?” maar: “Waar komt die overtuiging vandaan, en klopt die eigenlijk wel?” Je onderzoekt samen met je therapeut hoe bepaalde gebeurtenissen jouw zelfbeeld hebben gevormd, en je gaat op zoek naar andere verhalen die ook waar zijn – maar die je misschien lang over het hoofd hebt gezien.
Waarom dit juist voor neurodivergente mensen helpt
Voor veel neurodivergente mensen voelt traditionele therapie als een slecht passend jasje. Je komt binnen met worstelingen die voortkomen uit een andere manier van denken, voelen en waarnemen – en krijgt oplossingen aangereikt die passen bij neurotypische logica. Dat botst.

Narratieve therapie doet iets anders. Het gaat niet uit van een ‘normaal’ functioneren dat jij moet leren benaderen. Het erkent dat jouw ervaringen legitiem zijn. Dat de problemen waar je tegenaan loopt vaak voortkomen uit de botsing tussen jouw brein en een samenleving die daar niet op is ingericht.
Dat maakt narratieve therapie bijzonder geschikt voor mensen met autisme, ADHD, dyslexie of andere vormen van neurodivergentie. Het biedt ruimte voor nuance. Voor complexiteit. Voor het feit dat je aan de ene kant overprikkeld raakt in de supermarkt, en aan de andere kant briljant kunt zijn in het oplossen van abstracte problemen. Het helpt je om jezelf te zien als méér dan je worstelingen.
Een kritische noot
Narratieve therapie klinkt misschien als een verademing – en dat is het vaak ook. Toch is het goed om te weten dat er ook kritiek is op deze benadering:
- Weinig wetenschappelijk bewijs
Er zijn nog niet veel grote studies gedaan die aantonen dat narratieve therapie werkt. Dat betekent niet per definitie dat het onzin is, maar wel dat sommige hulpverleners er terughoudend in zijn.- Niet iedereen houdt van praten over ‘verhalen’
Sommige mensen willen liever praktische tips dan praten over betekenis en identiteit. En dat is oké.- De therapeut maakt het verschil
Omdat het zo’n open en taalgerichte therapie is, hangt veel af van wie je tegenover je hebt. Een goede match is van groot belang.- Niet altijd geschikt bij zware klachten
Bij ernstige depressie, psychose of crisis kan een andere aanpak eerst nodig zijn – of een combinatie.“Mijn zoon van 14 met ernstige autismeproblemen heeft niets aan ‘verhalen herschrijven’.”
“Fijn dat je mijn verhaal respecteert, maar wat moet ik nou doen met mijn paniekaanvallen?”
Kortom: narratieve therapie past goed bij mensen die willen onderzoeken hoe ze zichzelf zijn gaan zien, maar het is geen one-size-fits-all oplossing.
Hoe werkt het in de praktijk?
In narratieve therapie ga je stap voor stap aan de slag met je dominante verhalen. Die verhalen klinken vaak als overtuigingen die zich diep in je hoofd genesteld hebben: “Ik ben lastig”, “Ik ben niet leuk gezelschap”, “Ik maak altijd alles stuk”.
Stap 1: De problemen in kaart brengen
Je kijkt samen met je therapeut naar wat er wringt. Niet alleen wát er wringt, maar ook hoe het je beïnvloedt in je dagelijks leven, relaties en zelfbeeld.
Stap 2: Het probleem externaliseren
In plaats van “ik ben te gevoelig” ga je zeggen: “ik heb te maken met overprikkeling in sociale situaties.” Zo haal je het probleem uit jezelf en creëer je afstand.
Stap 3: Zoeken naar tegenverhalen
Je speurt naar ervaringen die niet passen in je negatieve verhaal. Zoals die ene keer dat je wél iets goed aanvoelde in een gesprek. Of dat project waar je volledig in opging. Die momenten helpen je om je beeld van jezelf te nuanceren.
Stap 4: Nieuwe verhalen versterken
Door actief te oefenen met andere perspectieven, herschrijf je langzaam je narratief. Niet: “Ik ben een slechte vriend”, maar: “Ik werd verkeerd begrepen en dat doet me pijn – maar ik weet dat ik met de beste intentie handelde.”
Dat herschrijven gebeurt niet in één sessie. Het is een proces van opnieuw kijken, opnieuw benoemen, opnieuw voelen. Maar het kán. En het werkt.
De kracht van andere verhalen
We zijn geneigd om vooral te onthouden wat niet goed ging. Dat is evolutionair best logisch – gevaar vermijden was belangrijker dan succes vieren. Maar bij neurodivergente mensen wordt die neiging vaak versterkt door jarenlange negatieve ervaringen. Afwijzing, onbegrip, misdiagnoses: ze stapelen zich op. En voor je het weet zie je alleen nog de bevestiging van je negatieve zelfbeeld.
Narratieve therapie helpt je juist om actief op zoek te gaan naar momenten die dat beeld tegenspreken. Het kan iets kleins zijn – een compliment dat je eigenlijk wegwuifde. Of iets groters, zoals een situatie waarin je trouw bleef aan je waarden terwijl dat niet makkelijk was.
Het gaat er niet om de realiteit te verdraaien, maar om ruimte te maken voor ándere werkelijkheden. Want die zijn er ook.
Wat als therapie eerder níet hielp?
Veel neurodivergente volwassenen hebben al een hele geschiedenis met hulpverlening. Misschien ben je jarenlang niet herkend. Misschien kreeg je het gevoel dat je ‘te ingewikkeld’ was. Of werd er vooral gekeken naar je gedrag, maar niet naar je context. Dat kan diepe sporen nalaten – en het vertrouwen in therapie flink ondermijnen.
Het is belangrijk om te weten dat dat niet jouw schuld is. Neurodivergente mensen beginnen therapie vaak met ernstigere klachten dan neurotypische cliënten, en stoppen ook vaker voortijdig – vooral als ze zich niet erkend voelen.
Een niet-bevestigende hulpverlener kan je het gevoel geven dat je ‘onbehandelbaar’ bent. Maar dat is onzin. Het betekent meestal alleen dat de aanpak niet bij jou paste. En dat er wél alternatieven zijn – zoals narratieve therapie.
De extra bagage van neurodivergente mensen
Neurodivergente mensen hebben vaker te maken met mentale klachten. Dat is geen zwakte, maar een logisch gevolg van het voortdurend moeten aanpassen, misbegrepen worden en geen aansluiting vinden. Denk aan:
- Chronische burn-out, door structurele overbelasting
- Angst en depressie, vaak al vanaf jonge leeftijd
- PTSS, door pestervaringen, sociale uitsluiting of misbruik
- Verslaving of eetstoornissen, als manier om grip te krijgen
- Zelfbeschadiging of suïcidale gedachten, uit wanhoop of onmacht
Narratieve therapie erkent deze context. Het ziet deze klachten niet als ‘stoornissen in je brein’, maar als begrijpelijke reacties op leven in een wereld die je voortdurend overvraagt of buitensluit.
Hoe vind je een therapeut die bij je past?
Een goede therapeut hoeft niet zelf neurodivergent te zijn, maar moet je wél kunnen erkennen in wie je bent. Stel tijdens een intake gerust vragen als:
- Wat weet je over neurodiversiteit?
- Werk je vaker met cliënten met autisme of ADHD?
- Hoe ga je om met cliënten die zich niet goed in standaardmodellen herkennen?
Let op hoe iemand reageert. Krijg je het gevoel dat je je verhaal moet verdedigen? Of merk je dat er oprechte nieuwsgierigheid en erkenning is? Een bevestigende therapeut kijkt niet alleen naar symptomen, maar naar jou als mens. En dat maakt alle verschil.
Narratieve therapie wordt zowel in Nederland als in België aangeboden, al is het minder bekend dan bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie (CGT). Het wordt meestal aangeboden door:
- Psychotherapeuten en (GZ-)psychologen die een aanvullende opleiding in narratieve therapie hebben gevolgd.
- Coaches of counselors die werken vanuit een narratieve of contextuele benadering (bijvoorbeeld in de geestelijke gezondheidszorg of in de context van neurodiversiteit).
- Sommige praktijken voor systemische therapie (zoals gezinstherapie), waar narratief werken regelmatig geïntegreerd wordt.
Enkele opleidingsinstituten in Nederland (zoals het Kempler Instituut of NTI-NLP) bieden opleidingen en cursussen in narratieve therapie, wat aangeeft dat de methodiek in de praktijk ingang vindt.
Hieronder vind je een overzicht van enkele therapeuten en praktijken die deze benadering hanteren:
Nederland
- Sandra Wölke – Psycholoog (Utrecht)
Sandra Wölke past in haar praktijk onder andere narratieve therapie toe, naast andere methoden zoals ACT en EMDR. (psycholoogsandrawolke.nl) - Groei door Ervaring (Noord-Brabant)
Deze praktijk biedt narratieve therapie aan, waarbij de focus ligt op het herstructureren van persoonlijke verhalen om nieuwe inzichten te verkrijgen. (groeidoorervaring.nl) - RINO Groep – Opleidingen (Utrecht)
De RINO Groep biedt cursussen aan in narratieve systeemtherapie, gericht op professionals die deze benadering willen integreren in hun praktijk. (RINO Groep)
België
- Johan Van de Putte – Narratieve Therapie (Gent)
Johan Van de Putte biedt opleidingen en workshops aan in narratieve therapie en heeft een uitgebreide achtergrond in deze benadering. (Narratieve Therapie) - Marijke Lens – Psycholoog en Hypnotherapeut (Sint-Truiden)
Marijke Lens integreert narratieve therapie in haar praktijk, waarbij ze cliënten helpt hun levensverhalen te herstructureren. (My Vxw Site Bdb5pl) - Groepspraktijk Zuid (Antwerpen)
Deze groepspraktijk biedt samenwerkingsgerichte narratieve therapie aan, met aandacht voor persoonlijke verhalen en hun invloed op het leven van cliënten. (Groepspraktijk Zuid) - Inge Vancauwenberghe – Psycholoog (Brugge en Roeselare)
Inge Vancauwenberghe past narratieve therapie toe in haar praktijk, met een focus op het herstructureren van levensverhalen en het versterken van identiteit. (Elpen)
Wat je mag onthouden
- Je bent niet kapot. Je verhaal is alleen vaak door anderen voor je ingevuld.
- Narratieve therapie helpt je die verhalen te herschrijven.
- Jij bent de expert van je eigen leven – niet je therapeut.
- Het gaat om ruimte maken voor ándere waarheden over jezelf.
- Er zijn hulpverleners die wél bij je passen – geef niet op.