Wie ADHD heeft, weet vaak heel goed hoe het voelt als je brein op volle toeren draait. Altijd bezig, altijd aan. Maar wat minder vaak besproken wordt, is dat deze innerlijke onrust zich ook buiten je hoofd laat zien: in hoe je eet, slaapt, beweegt, met je telefoon omgaat, seks beleeft of alcohol drinkt. Je leefstijl dus.
Onderzoekers vroegen zich af: maken mensen met ADHD andere keuzes in hun dagelijks leven dan mensen zonder ADHD? En als dat zo is, wat zijn dan de patronen? Een systematische review zocht het uit, en de uitkomsten zijn vaak herkenbaar – soms confronterend – en altijd relevant.
Want leefstijl is geen oppervlakkig onderwerp. Wat je doet met je lichaam, heeft invloed op je stemming, je aandacht en je zelfbeeld. En andersom kan het hebben van ADHD ervoor zorgen dat je makkelijker in ongezonde patronen belandt. Of er juist veel bewuster mee omgaat.
Het goede nieuws: inzicht helpt. Patronen kun je namelijk niet altijd veranderen, maar wel begrijpen – en dat is vaak al een enorme stap.
Hoe zat het onderzoek precies in elkaar?
De onderzoekers verzamelden álle studies waarin het dagelijks gedrag van mensen met ADHD werd onderzocht, mits het ging over een ‘leefstijlthema’. Denk aan voeding, slaap, beweging, middelengebruik en seksualiteit. Uiteindelijk selecteerden ze 41 onderzoeken die voldeden aan hun criteria.
Het ging om studies met volwassenen én jongeren, waarbij mensen met en zonder ADHD werden vergeleken. Belangrijk om te weten: niet alle thema’s zijn even goed onderzocht. Over voeding en slaap weten we inmiddels vrij veel. Over seksualiteit, schermgebruik en beweging een stuk minder.
De meeste onderzoeken waren bovendien kwantitatief: er is gekeken naar gemiddelden, vragenlijsten en statistiek. Wat mensen zélf vertellen over hun gedrag en keuzes – de ‘waarom’ achter de cijfers – kwam veel minder aan bod. Dat maakt de resultaten soms eenzijdig, maar wel bruikbaar als vertrekpunt.
Eetpatronen en ADHD
Eten is meer dan voeding; het is ook emotie, gewoonte en soms een vorm van zelfregulatie. Uit meerdere studies blijkt dat mensen met ADHD vaker onregelmatig eten, meer snacken en een voorkeur hebben voor suikerrijk, vet of sterk gekruid voedsel.
Waarom? Impulsiviteit speelt een rol. Als je hersenen minder goed in staat zijn om verleidingen te weerstaan, is een zak chips snel leeg. Maar ook de behoefte aan directe beloning is belangrijk. Eten is een makkelijke manier om jezelf snel beter te voelen – al is het maar voor even.
Daarnaast zijn er aanwijzingen dat ADHD gepaard gaat met meer eetstoornissen zoals binge eating (eetbuien zonder controle) of restrictief eten (te weinig of te selectief eten). Vooral bij vrouwen lijkt dat verband sterk.
Ook relevant: sommige mensen met ADHD gebruiken eten als manier om te focussen of om hun stemming te beïnvloeden. “Ik kan me pas concentreren als ik iets knaag”, zei een deelnemer in een van de studies.
Slaap en ADHD: Altijd moe of gewoon wakker?
Slaap en ADHD vormen zelden een gelukkig huwelijk. Mensen met ADHD hebben vaker moeite met in slaap vallen, worden vaker wakker en voelen zich overdag vermoeider. En dat geldt niet alleen voor volwassenen: ook kinderen met ADHD slapen gemiddeld slechter dan leeftijdsgenoten.
Een belangrijk punt: het gaat hier niet alleen om ‘gewoontes’, maar ook om hoe het brein werkt. Veel mensen met ADHD ervaren een vertraagde melatonine-aanmaak (het slaaphormoon), waardoor ze ‘s avonds pas laat slaperig worden. Dat maakt vroeg opstaan extra zwaar.
En dan is er nog het beruchte “scrollen tot diep in de nacht”. Niet zelden komt dat voort uit een combinatie van prikkelbehoefte en uitstelgedrag. Want rust nemen voelt soms ongemakkelijk – juist omdat je hoofd dan zó vol is.
Slechte slaap versterkt ADHD-klachten, en dat maakt het een vicieuze cirkel. Meer vermoeidheid = minder focus = meer stress = slechter slapen. Doorbreken is lastig, maar kleine aanpassingen kunnen verschil maken.
Bewegen en sport: Bron van rust of juist onrust?
Het beeld dat mensen met ADHD hyperactief zijn, klopt niet altijd. Zeker bij volwassenen is ‘innerlijke onrust’ vaker aan de orde dan fysiek druk gedrag. Toch blijkt uit onderzoek dat mensen met ADHD over het algemeen iets meer bewegen dan gemiddeld – maar dat verschil is klein.
Sporten kan veel opleveren: het vermindert stress, verbetert je stemming en verhoogt de dopamine in je brein. Vooral sporten met een hoge intensiteit of veel afwisseling (zoals boksen, dansen of intervaltraining) lijken effectief.
Maar: niet iedereen met ADHD houdt van sport. Sommige mensen vinden het lastig om routines vol te houden of ervaren groepssport juist als stressvol. Wat helpt? Bewegingsvormen die kort, prikkelend en flexibel zijn – én waarbij je meteen resultaat voelt.
Alcohol, nicotine en drugs: Van experiment naar verslaving?
De link tussen ADHD en middelengebruik is stevig. Mensen met ADHD beginnen vaker jong met roken of drinken, en hebben een verhoogd risico op verslaving – vooral bij mannen.
Wat hier meespeelt: impulsiviteit, zoeken naar prikkels, moeite met grenzen voelen en een sterk beloningsgericht brein. Alcohol of cannabis werkt voor sommigen als ‘rem’ op het hoofd. Maar die rust is tijdelijk – en heeft een prijs.
Wat opvalt: ADHD wordt vaak pas laat gediagnosticeerd bij mensen met een verslavingsprobleem. Ze worden eerst behandeld voor hun middelengebruik, zonder aandacht voor de onderliggende neurodiversiteit. Daardoor is terugval vaak groot.
In Nederland is dit inmiddels wel iets beter bekend, maar gespecialiseerde zorg die ADHD en verslaving combineert is nog altijd schaars. Terwijl preventie – bijvoorbeeld door vroeg signaleren op school – veel ellende zou kunnen voorkomen.
ADHD en seksueel gedrag: Grenzen, risico’s en verlangen
Seks en ADHD, het blijft een onderbelicht onderwerp. Toch wijst onderzoek op duidelijke patronen: mensen met ADHD hebben vaker wisselende partners, beginnen gemiddeld jonger met seks en nemen vaker risico’s (bijvoorbeeld onbeschermde seks).
Dat hoeft niet te betekenen dat iemand ‘promiscue’ is. Het gaat vaak om impulsiviteit, behoefte aan intense ervaringen of moeite met grenzen aangeven. En bij sommige mensen speelt ook sociale onzekerheid mee: seks wordt dan een manier om verbinding te voelen.
Voor vrouwen met ADHD zijn er specifieke risico’s, zoals een verhoogde kans op ongewenste seks, schaamte of seksuele trauma’s. Ook komt hyperseksualiteit bij ADHD voor, al is daar weinig goed onderzoek naar.
En nee, ADHD betekent niet automatisch ‘seksueel actief’ of ‘grenzeloos’. Sommige mensen voelen zich juist snel overweldigd of hebben moeite met lichamelijk contact. De diversiteit is groot – en daar is nog veel meer onderzoek voor nodig.
Waarom het herkennen van patronen zo belangrijk is
Als je ADHD hebt, is je leefstijl niet zomaar een serie keuzes – het is vaak een ingewikkelde dans tussen je brein, je gewoontes en je omgeving. Patronen ontstaan uit noodzaak: om overzicht te houden, om stress te dempen, om jezelf te reguleren.
Maar juist omdat ADHD zo invloedrijk is, kunnen sommige patronen onbewust schadelijk zijn. Zoals elke avond een wijntje om rust te vinden. Of snacken bij onrust. Of Netflix als slaapmiddel. Als die gewoontes dagelijks terugkomen, worden ze onderdeel van je identiteit – zonder dat je weet waarom.
Het onderzoek laat zien dat ADHD veel invloed heeft op leefstijl, maar er zijn ook hiaten. Er is weinig bekend over digitale media, over positieve strategieën (zoals mindfulness of wandelen) en over culturele verschillen. En de stem van ervaringsdeskundigen ontbreekt vaak volledig.
Wat je zou kunnen onthouden
- ADHD beïnvloedt hoe je eet, slaapt, beweegt en keuzes maakt – vaak meer dan je denkt.
- Mensen met ADHD slapen slechter, eten onregelmatiger en lopen meer risico op verslaving.
- Seksueel gedrag is bij ADHD gemiddeld impulsiever en risicovoller, vooral bij jongeren.
- Herkennen van patronen helpt: leefstijl is geen ‘gedragsprobleem’, maar een uiting van je brein.
- Zorg en onderzoek in Nederland en België moeten beter inspelen op deze complexe samenhang.
Mair, A.P.A., Nimbley, E., McConachie, D. et al. Understanding the Neurodiversity of Grief: A Systematic Literature Review of Experiences of Grief and Loss in the Context of Neurodevelopmental Disorders. Rev J Autism Dev Disord (2024). https://doi.org/10.1007/s40489-024-00447-0