Waarom je niet uit je angst kunt komen

In de hedendaagse psychologische praktijk is een overvloed aan aandacht voor het aanleren van copingvaardigheden om met angst om te gaan. Velen beschouwen deze vaardigheden als een nuttig instrument, maar er klinken ook kritische geluiden. Deze kritiek richt zich vooral op de vraag of het aanleren van copingvaardigheden wel de meest effectieve manier is om angsten werkelijk aan te pakken.

Wat zijn copingvaardigheden?

Copingvaardigheden zijn gedragingen die we gebruiken om tijdelijk te ontspannen en onze angst te verminderen. Voorbeelden hiervan zijn diep ademhalen, een rondje hardlopen, of jezelf eraan herinneren dat een komende gebeurtenis, zoals een sollicitatiegesprek, niet je totale waarde als persoon bepaalt. Deze vaardigheden kunnen zeker helpen in acute, stressvolle momenten.

Het probleem met copingvaardigheden

Echter, wanneer deze vaardigheden de primaire of enige methode worden om met angst om te gaan, kan dit problematisch zijn. Ze worden dan gebruikt als een middel om de angst te vermijden in plaats van deze echt aan te pakken. Dit is vergelijkbaar met het plakken van een pleister op een wond die eigenlijk hechtingen vereist. Copingvaardigheden bieden een tijdelijke oplossing en vermijden het dieperliggende probleem, waardoor de angst op lange termijn kan blijven bestaan of zelfs verergeren.

Effectievere behandelmethoden

Volgens vooraanstaande onderzoekers is de meest effectieve behandeling van angst het direct confronteren van de angstopwekkende situaties (Wampold & Imel, 2015; Ougrin, 2011). Dit betekent dat het identificeren, geleidelijk benaderen en voortdurend aangaan van datgene wat angst oproept, centraal staat in de behandeling. Of het nu gaat om angst voor spinnen, grote groepen mensen, of traumatische herinneringen, de kern van succesvolle therapie is confrontatie met deze angsten in een ondersteunende omgeving.

Confrontatie versus vermijding

Therapieën die voornamelijk focussen op het beoefenen van copingvaardigheden suggereren eigenlijk (indirect) dat het verbeteren van je angst door het te vermijden de weg is. Dit kan echter een averechts effect hebben. Bijvoorbeeld, je kunt je voorbereiden op een belangrijke presentatie door te oefenen en terug te denken aan eerdere succesvolle presentaties (confrontatiecoping). Of je kunt muziek luisteren, tv kijken en een bad nemen elke keer dat je aan de presentatie denkt om de angst te vermijden (vermijdingscoping). De laatste methode kan ironisch genoeg leiden tot een minder goede presentatie en verminderd vertrouwen in je eigen capaciteiten.

Vijf van de meest voorkomende irreële angsten, die vaak niet volledig gebaseerd zijn op feitelijke bedreigingen:

1. Arachnofobie (angst voor spinnen)

Veel mensen hebben een intense angst voor spinnen, ook wel arachnofobie genoemd. Deze angst is vaak buiten proportie tot de werkelijke dreiging die spinnen vormen, aangezien de meeste spinnen niet gevaarlijk zijn voor mensen. Deze angst kan leiden tot grote angst en vermijdingsgedrag, zelfs bij het zien van een kleine of onschadelijke spin.

2. Sociale fobie (angst voor sociale interacties)

Sociale fobie, of angst voor sociale situaties, is de angst om negatief beoordeeld of afgewezen te worden in sociale omgevingen. Mensen met deze fobie vrezen vaak alledaagse sociale interacties, wat kan leiden tot vermijding en ernstige beperkingen in persoonlijke en professionele relaties.

3. Claustrofobie (angst voor gesloten ruimtes)

Claustrofobie is de angst voor het bevinden in nauwe of afgesloten ruimtes. Mensen met claustrofobie kunnen paniekaanvallen ervaren in liften, kleine kamers, of zelfs in drukke omgevingen waar ze zich ingesloten voelen. Deze angst kan belemmerend werken in dagelijkse situaties, zoals het gebruik van openbaar vervoer of liften.

4. Vliegangst (angst om te vliegen)

Ondanks dat vliegen een van de veiligste vormen van reizen is, is vliegangst een veelvoorkomende angst. Mensen met vliegangst zijn vaak bang voor het neerstorten van het vliegtuig of voelen zich angstig door de hoogte en het gevoel van niet kunnen ontsnappen.

5. Hypochondrie (angst voor ernstige ziektes)

Hypochondrie is de angst voor het hebben van een ernstige, vaak levensbedreigende ziekte. Personen met deze aandoening interpreteren normale lichamelijke sensaties vaak als tekenen van ernstige medische problemen. Dit kan leiden tot excessief doktersbezoek en constante zorgen over de gezondheid.

Deze angsten kunnen diep ingrijpen in het dagelijks leven en functioneren, maar met de juiste psychologische behandelingen kunnen individuen leren om hun angsten te confronteren en te beheersen.

Tot slot

Het lijkt erop dat een zorgvuldige aanpak in therapie, waarbij vermijding niet wordt gefaciliteerd, essentieel is. Hoewel copingvaardigheden nuttig kunnen zijn, moeten ze met voorzichtigheid worden ingezet en altijd gericht zijn op het ondersteunen van de confrontatie met angst, en niet op het vermijden ervan. Echte vooruitgang in de behandeling van angst vereist moedige confrontatie en voortdurende inzet om de angstopwekkende situaties onder ogen te zien.

Ougrin, D. (2011). Efficacy of exposure versus cognitive therapy in anxiety disorders: Systematic review and meta-analysis. BMC Psychiatry11(1). https://doi.org/10.1186/1471-244x-11-200

Wampold, B. E., & Imel, Z. E. (2015). The great psychotherapy debate: The evidence for what makes psychotherapy work. Routledge.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *