De evolutie van seksuele diversiteit

In onze kleurrijke menselijke samenleving zijn seksuele diversiteit en identiteit een intrigerend en veelbesproken onderwerp. Van lesbische en homoseksuele individuen tot biseksuelen, transgenders, queers, interseksuelen, aseksuelen en mensen met twee spirituele identiteiten, de LGBTQIA2S+ gemeenschap omvat een breed spectrum van seksuele oriëntaties.

Volgens recent onderzoek is dit alles, zoals in feite alles in de levende wereld, het werk van evolutie. Het fenomeen van seksueel gedrag bij dezelfde sekse is niet uniek voor mensen; het komt voor bij gewervelde dieren en zelfs bij insecten. Binnen onze soort heeft seksuele diversiteit waarschijnlijk een adaptief doel gediend, vooral in bepaalde historische contexten.

Een baanbrekende studie gepubliceerd in Science Advances werpt hier nieuw licht op. Uit onderzoek blijkt dat zowel biseksuele als homoseksuele mannen, in vergelijking met hun heteroseksuele tegenhangers, vaak een pad bewandelen met minder nakomelingen, ook wel bekend als Darwinistische fitheid. Echter, biseksuele mannen lijken minder te lijden onder dit aspect.

Hoe compenseren biseksuele mannen dit verschil in fitheid met heteroseksuele mannen? Eerdere studies tonen aan dat heteroseksuelen die genen voor homoseksualiteit dragen, vaak meer seksuele partners hebben. Dit kan worden verklaard door het feit dat veel oude en traditionele samenlevingen niet monogaam waren. Mannen met meerdere partners lieten meer nakomelingen achter, waardoor hun genetische erfenis zich verder verspreidde.

Het lijkt erop dat genen die geassocieerd worden met mannelijke biseksualiteit niet alleen predisponeren tot biseksueel gedrag, maar ook tot het nemen van risico’s. Deze eigenschap was vooral voordelig in premoderne samenlevingen waar avontuurlijke mannen vaker seksuele ontmoetingen hadden en dus meer nakomelingen.

Voor homoseksuele mannen die uitsluitend een voorkeur hebben voor hun eigen geslacht, lijkt de reproductieve fitness het meest in het gedrang te komen. Hoe past hun bestaan dan binnen de evolutie?

Eén scenario suggereert dat onder heteroseksuele individuen mensen met genen voor homoseksualiteit verscholen kunnen zitten. Zij zouden dan degenen zijn die risico’s nemen en hun genetische erfenis verspreiden door middel van verschillende avonturen.

Een andere mogelijkheid ligt in de kinselectie, een principe waarbij genen worden doorgegeven via genetische verwanten. In traditionele samenlevingen worden familiebanden versterkt en worden kansen geboden om genetische fitheid te bevorderen, zelfs zonder rechtstreeks bij de voortplanting betrokken te zijn.

Kinselectie is een evolutionair principe dat werd voorgesteld door de Britse bioloog W.D. Hamilton in de jaren 1960. Het draait allemaal om het idee dat organismen niet alleen hun eigen nakomelingen willen voortbrengen om hun genen door te geven, maar ook bereid zijn om genetisch verwante individuen te helpen, zelfs als dit ten koste gaat van hun eigen reproductief succes.

Het basisidee is dat individuen genetisch verwante familieleden kunnen helpen, omdat ze een deel van hun eigen genen delen. Door het helpen van familieleden, zelfs als dat betekent dat ze zelf niet voortplanten, kunnen ze indirect hun genen doorgeven, omdat hun verwanten deze genen ook dragen.

Dit principe wordt vaak gezien in sociale dieren, zoals bijen, mieren en naakte molratten, waar slechts een paar individuen zich voortplanten en de rest van de kolonie helpt bij het grootbrengen van de jongen. Deze ‘werkers’ dragen vaak niet bij aan de directe voortplanting, maar ze dragen wel bij aan het voortbestaan van de genen die ze delen met de reproductieve individuen.

In menselijke samenlevingen zien we ook voorbeelden van kinselectie. Mensen zijn vaak bereid om tijd, middelen en zelfs hun eigen leven op te offeren om hun familieleden te helpen, omdat dit bijdraagt aan het voortbestaan van hun genen. Dit kan variëren van het helpen van ouders bij het grootbrengen van broers en zussen tot het ondersteunen van neven en nichten bij het verkrijgen van middelen.

Kortom, de evolutie van seksualiteit is een complex maar boeiend fenomeen dat de menselijke diversiteit verklaart. Of het nu gaat om het doorgeven van genetisch materiaal via avontuurlijke risiconemers of via nauwe familiebanden, onze seksuele voorkeuren spelen een rol in het voortbestaan van onze soort.

Het is belangrijk om te begrijpen dat de acceptatie van seksuele diversiteit een complex proces is dat wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder culturele normen, religieuze overtuigingen, sociale druk en persoonlijke opvattingen. Historisch gezien is heteroseksualiteit lange tijd als de norm beschouwd, terwijl andere vormen van seksualiteit werden gemarginaliseerd of zelfs veroordeeld.

Een van de redenen waarom sommige mensen zich druk maken om hoe anderen hun seksualiteit beleven, is vanwege diepgewortelde vooroordelen en stereotypen. Sommige mensen hebben moeite met het accepteren van seksuele diversiteit omdat het afwijkt van wat zij als ‘normaal’ beschouwen. Dit kan leiden tot discriminatie, vooroordelen en zelfs geweld tegen mensen die zich identificeren als LGBTQIA2S+.

Daarnaast spelen culturele en religieuze overtuigingen een belangrijke rol. In sommige culturen en religies wordt homoseksualiteit bijvoorbeeld gezien als immoreel of zondig. Dit kan leiden tot sociale uitsluiting en zelfs tot het verlies van familiale en gemeenschapsbanden voor individuen die hun seksuele voorkeur openlijk uiten.

Sociale druk en het streven naar conformiteit zijn ook factoren die bijdragen aan de moeizame acceptatie van seksuele diversiteit. Mensen kunnen zich gedwongen voelen om aan de verwachtingen van hun omgeving te voldoen en kunnen bang zijn om anders te zijn of afgewezen te worden als ze openlijk uitkomen voor hun seksuele oriëntatie.

Bovendien kan onwetendheid en gebrek aan educatie over seksuele diversiteit bijdragen aan negatieve attitudes en vooroordelen. Mensen die niet bekend zijn met verschillende vormen van seksualiteit kunnen bijvoorbeeld vatbaarder zijn voor stereotypen en vooroordelen.

Het bevorderen van inclusiviteit, tolerantie en acceptatie van seksuele diversiteit is essentieel voor het creëren van een samenleving waarin iedereen zich veilig en gerespecteerd voelt, ongeacht hun seksuele voorkeur.

Song, S., and J. Zhang (2024). Genetic variants underlying human bisexual behavior are reproductively advantageous. Science Advances10, eadj6958.

Zietsch, B. P., M. J. Sidari, A. Abdellaoui, R. Maier, N. Langstrom, S. Guo, G. W. Beecham, E. R. Martin, A. R. Sanders, and K. J. H. Verweij (2021) Genomic evidence consistent with antagonistic pleiotropy may help explain the evolutionary maintenance of same-sex sexual behaviour in humans. Nat. Hum. Behav. 5, 1251–1258.

Von Rueden, C. R., and A. V. Jaeggi (2016). Men’s status and reproductive success in 33 nonindustrial societies: Effects of subsistence, marriage system, and reproductive strategy. Proc. Natl. Acad. Sci. U.S.A. 113, 10824–10829.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.