autisme

Assortatieve paring bij autisme

Assortatief paren (AP) is een fascinerend fenomeen waarbij individuen met vergelijkbare kenmerken geneigd zijn met elkaar te trouwen. Dit concept heeft belangrijke implicaties voor de genetische diversiteit en de prevalentie van bepaalde eigenschappen binnen populaties. Een recent onderzoek richtte zich op AP in de context van autisme, een neurodivergente aandoening die veel voorkomt bij onze lezers. Dit artikel vat de bevindingen van dit onderzoek samen en legt uit wat dit betekent voor de genetische structuur van de populatie en de neurodiversiteit.

Wat is assortatieve paring?

Assortatief paren (AP) verwijst naar de neiging van individuen om partners te kiezen die op hen lijken in bepaalde kenmerken. Dit kan variëren van fysieke eigenschappen zoals lengte en gewicht, tot psychologische en genetische kenmerken. AP is bijzonder relevant in de context van autisme, omdat het kan leiden tot een verhoogde concentratie van genetische factoren die autisme beïnvloeden binnen bepaalde populaties.

Wat is disassortatieve paring?

Disassortatieve paring is het proces waarbij individuen geneigd zijn om partners te kiezen die van hen verschillen in specifieke kenmerken. Dit kan voordelig zijn omdat het kan bijdragen aan genetische diversiteit en de kans kan verkleinen dat recessieve genetische aandoeningen tot uiting komen. Voorbeelden:

Genetische diversiteit: Mensen kunnen onbewust partners kiezen met een ander immuunsysteem om de kans op een sterker immuunsysteem voor hun nakomelingen te vergroten. Dit wordt soms ondersteund door onderzoek naar geurvoorkeuren, waarbij mensen de geur van potentiële partners aantrekkelijker vinden als deze genetisch verschillen in het Major Histocompatibility Complex (MHC).

Psychologische eigenschappen: Personen kunnen partners zoeken die verschillende persoonlijkheidskenmerken hebben. Een extraverte persoon kan bijvoorbeeld aangetrokken worden tot een introverte partner, omdat ze elkaars zwakke punten kunnen aanvullen en een evenwichtige relatie kunnen creëren.

Opleiding en beroep: In sommige gevallen zoeken mensen juist partners met een andere opleiding of beroep om diverse perspectieven en vaardigheden in de relatie te brengen.

    Voordelen van disassortatieve paring:

    • Genetische voordelen: Door genetische diversiteit te bevorderen, kan de kans op genetische aandoeningen verminderd worden.
    • Complementariteit: Partners met verschillende eigenschappen kunnen elkaar aanvullen en een meer gebalanceerde en veelzijdige relatie creëren.
    • Flexibiliteit en aanpassingsvermogen: Diverse eigenschappen in een relatie kunnen leiden tot een groter aanpassingsvermogen en veerkracht in het omgaan met verschillende levenssituaties.

    Zowel assortatieve als disassortatieve paring spelen een rol in partnerkeuze en hebben verschillende voordelen voor individuen en populaties. Terwijl assortatieve paring de neiging heeft om gelijkenissen te bevorderen, draagt disassortatieve paring bij aan diversiteit en complementariteit binnen relaties. Beide processen helpen bij het vormgeven van de genetische en sociale dynamiek van menselijke populaties.

    Onderzoeksmethoden

    Het onderzoek analyseerde data van twee grote familiesets: het SPARK-project en de Simons Simplex Collection (SSC). Beide datasets bevatten uitgebreide genetische en fenotypische informatie over gezinnen met kinderen met een autisme diagnose. Het SPARK-project omvatte 1575 families, terwijl de SSC 2283 families omvatte. De onderzoekers gebruikten deze data om de mate van fenotypische en genetische overeenkomsten tussen ouders te meten en om te bepalen of deze overeenkomsten verband hielden met autisme.

    Resultaten van het onderzoek

    De onderzoekers vonden dat ouders van kinderen met autisme vaak fenotypisch op elkaar lijken, ongeacht of het kind een verstandelijke beperking had. Dit betekent dat kenmerken die verband houden met autisme, zoals sociaal gedrag en communicatieve vaardigheden, vaker vergelijkbaar zijn tussen ouders van kinderen met autisme.

    Wat betreft genetische AP, bleek dat ouders van kinderen met autisme ook meer genetische overeenkomsten hadden op basis van hun voorouderlijke afkomst. Dit effect was echter beperkt en verklaarde slechts een klein deel van de fenotypische overeenkomsten tussen ouders. Interessant genoeg vonden de onderzoekers geen bewijs voor AP op basis van polygenische scores voor autisme, wat aangeeft dat de genetische invloeden op autisme niet sterk gecorreleerd zijn tussen ouders.

    DatasetAantal familiesFenotypische APGenetische AP
    SPARK1575JaBeperkt
    SSC2283JaBeperkt

    Discussie en implicaties

    De bevindingen van dit onderzoek suggereren dat fenotypische overeenkomsten tussen ouders van kinderen met autisme een belangrijke rol spelen in AP. Dit kan implicaties hebben voor de genetische diversiteit en de prevalentie van autisme binnen bepaalde populaties. Hoewel genetische AP op basis van voorouderlijke afkomst slechts een klein effect had, kan het toch bijdragen aan veranderingen in de genetische structuur van de populatie over de tijd.

    Een belangrijk aspect van dit onderzoek is de bevestiging dat fenotypische AP niet sterk afhankelijk is van genetische factoren zoals polygenische scores voor autisme. Dit betekent dat de keuze van een partner meer beïnvloed wordt door waarneembare gedragskenmerken dan door onderliggende genetische markers.

    Beperkingen van het onderzoek

    Hoewel dit onderzoek belangrijke inzichten biedt, zijn er enkele beperkingen die de interpretatie van de resultaten beïnvloeden. Een belangrijke beperking is dat de studie zich alleen richtte op deelnemers van Europese afkomst, waardoor de resultaten mogelijk niet generaliseerbaar zijn naar andere etnische groepen. Daarnaast kunnen geografische stratificatie en multicenter rekrutering bijdragen aan de waargenomen patronen van AP. Toekomstig onderzoek zou moeten proberen deze beperkingen aan te pakken door een breder scala aan etnische groepen en geografische regio’s te includeren.

    Zhang J, Weissenkampen JD, Kember RL; iPSYCH Consortium; Grove J, Børglum AD, Robinson EB, Brodkin ES, Almasy L, Bucan M, Sebro R. Phenotypic and ancestry-related assortative mating in autism. Mol Autism. 2024 Jun 14;15(1):27. doi: 10.1186/s13229-024-00605-5. PMID: 38877467; PMCID: PMC11177537.

    Geef een reactie

    Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *